Eindejaarsweekend muziek in Salzburg

Tussen de grootse bisschoppelijk paleizen duiken de kerststalletjes op en vullen de geuren van pannenkoeken, speculaas, pepernoten, glühwein, punch en schnaps de lucht. En dat allemaal op de tonen van hét Salzburgse kerstlied: ‘Stille Nacht, Heilige Nacht’.

Niet te missen in Salzburg. Tips & info

1. Vorstelijke bissschoppen

Het diepe dal van Salzburg en de omringende vijf heuvels zagen de vorst-bisschoppen als een ideale plaats om hun paleis neer te poten. De middeleeuwse vesting Hohensalzburg kijkt uit over de hele stad. Door taksen op het verhandelde zout in te voeren, de rijke ertsmijnen te controleren en de bloeiende houthandel vergaarden de vorsten -en tegelijk aartsbisschoppen- hun fortuin.
Aangezien de bisschoppen regeerden over de stad, volgden er vele rijkversierde kloosters, kerken, torens, koepels, ruime paleizen en hoge herenhuizen in het straatbeeld. Ze lieten heuse residenties bouwen voor zichzelf, hun minnaressen en hun vele kinderen, allemaal om hun prestige en macht te demonstreren. De meest belovende architecten werden aangebracht uit hét mekka van kunst en cultuur: Italië, om de mooiste kerken te bouwen of te renoveren. En zo ontstond die wirwar van barokke gebouwen en middeleeuwse kronkelsteegjes waar Salzburg je mee charmeert.

2. In de voetsporen van Mozart

Salzburg zal altijd één wereldberoemde naam met zich meedragen, die van Wolfgang Amadeus Mozart. Treed in de componist zijn voetsporen en wandel door de gangen van muziekuniversiteit Mozarteum en verderop de prachtige Mirabellgarten bij het kasteel. Ene bisschop von Raitenau liet dit optrekje bouwen voor zijn minnares én moeder van zijn 15 kinderen. Wanneer je de Salzach oversteekt via de Mackartbrug volgen de pittoreske durchganghäuser met kleine gezellige tuintjes elkaar op. Op de Getreidegasse nr. 9 weerklonk honderden jaren geleden de eerste noten van de jonge Mozart. Verder ligt het hart van de stad aan de Residenzplatz met de grote Dom van Salzburg, uitkokend over de barokke herenhuizen en het standbeeld van Mozart.

3. Een stad vol kerstmarkten

Breng zeker een bezoek aan Salzburg tijdens de kerstperiode, dan straalt de stad volop die warme kerstsfeer uit. Met een -officieuze- titel als ‘hoofdstad van de kerstmarkten’ zit je hier goed. De grootste kerstmarkt ligt aan de voet van de Dom, de Christkindlmarkt. Daarnaast is er nog één op het burchtplein van het slot Hohensalzburg, waar je met een glühwein in de hand genietend kan uitkijken over de stad en de vele kerstlichtjes. Net buiten de stad is er ook Hellbrunner Adventzauber, waarbij de ramen van het Hellbrunpaleis dienstdoen als adventkalender. Op de Sternadvent-kerstmarkt kan je lokale handgemaakte producten kopen.

Een Oostenrijkse kerstmarkt zou niet compleet zijn zonder een overvloed aan unieke lokale gerechten uit Salzburgerland om van te proeven. Om te drinken kan je er glühwein, punch, warme chocolademelk, Jagatee, schnapssoorten als Obstler, Marillenbrand, Himbeergeist en veel wijnsoorten degusteren. Probeer er zeker eens lokale gerechten als kaiserschmarr’n-pannenkoeken, allerlei soorten würstl met of zonder sauerkraut, oester met sekt of champagne. Lekkerbekken kunnen op de kerstmarkten proeven van versgebakken speculaas, taaitaai, pepernoten, kerstkoeken, lebkuchen, kaneelkoekjes, anijssterren, weihnachtstollen, kletzenbrot (donker brood met rozijnen, vijgen, noten, peren en pruimen). Als souvenir kun je artisanaal houten of blikken speelgoed meenemen. Ben je nog op zoek naar een voorraad kerstversiering? Dan kan je al je kerstballen, linten, bloemstukken, kerstfiguren, tafelversiering, kaarsen enz. hier opkopen. Elke 20 meter brengen marktkramers hun ‘Maroni’ of warme gepofte kastanjes aan de man.

4. Salzburg, waar Stille Nacht ontstond

In tegenstelling tot wat men zou denken, weerklinkt hier niet op elke straathoek Jinglebells of andere melige kerstmuziek. Enkel op 24 december wordt hier Stille Nacht, Heilige Nacht gespeeld, waarvan de schrijver in de Steingasse werd geboren. Salzburger Joseph Mohr groeide op in armoede totdat de lokale stadsbeul zich over hem ontfermde. Hij werd pastoor in het skioord Wagrain en Oberndorf. Hij bevriendde de componist Franz Xaver Gruber, die in 1818 het muziekstuk bij de tekst componeerde. Met meer dan 300 vertalingen later heeft het haar wereldwijde verspreiding te danken aan twee Tiroolse families: de Rainers en Hippachs. Een orgelbouwer introduceerde hen aan het lied en aangezien zij over de hele wereld tourden als succesvolle Oostenrijkse volkszangers, maakte Stille Nacht vast deel uit van hun setlist.