We nemen de trein van Zurich, naar Luzern en reizen we via Interlaken en Visp naar Zermatt. Met het geweldige Swiss Travel System kan je treinen, bussen, boten en zelfs kabelliften nemen en ook de meeste musea zijn inbegrepen. De perfecte deal.
Genesteld aan de voet van de Alpen wordt Luzern netjes in twee gedeeld door de Reuss rivier.
Om van de nieuwe stad naar het oude centrum te lopen hebben we de keuze tussen zomaar even zes bruggen. Twee daarvan zijn volledig in hout gemaakt. De Kapellbrücke is de bekendste, hij is iconisch voor Luzern, bestaat al sinds de 14de eeuw en is de oudste overdekte houten brug van Europa. Onze stadsgids heeft 1001 verhalen, maar ook de 110 antieke schilderijen, die in de brug hangen, schetsen de volledige geschiedenis van Luzern. Het begint met het verhaal van een engel die omgeven door fel licht aan vissers verscheen en hen vroeg een kapel te bouwen. Dat is meteen de reden waarom de brug haar naam kreeg en Luzern de lichtstad wordt genoemd. De kapel is intussen vervangen door de Hoofdkerk. De mooiste kerk is echter de Sint-Franciscus Jezuitenkerk aan de overkant van de rivier. In het historische centrum zien we niets dan prachtig beschilderde patriciërshuizen, street art avant la lettre. De terrasjes langs het water zijn gezellig druk. Leuk zijn ook de 200 fonteinen, waarvan de kleurrijkste de carnavalfontein is met water van Mount Pilatus, die als een beschermengel boven de stad uittorent.
Met onze bergschoenen aan springen we de boot op die ons over de Vierwaldstättersee brengt. Het meer, omringd door stranden en bergen, dompelt de stad onder in een relaxte vakantiesfeer. Een van die bergen is ons doel: Mount Rigi. Op de oever zien we het Wagner museum, een wit kasteeltje in een mooi park, waar de befaamde componist 6 jaar heeft gewoond. Hij was niet de enige beroemdheid die door dit prachtige landschap werd aangetrokken. Queen Victoria verbleef 152 jaar geleden incognito in Luzern, ze logeerde in Pension Wallis dat nog steeds vanaf een heuvel over de stad, de bergen en het meer uitkijkt. We stappen van de boot in Vitznau waar we een 125 jaar oude tandradtrein nemen, een steile rit met prachtige zichten op het meer. Op Mount Rigi genieten we voluit van het landschap voor we naar beneden hiken. Onderweg proeven we, onder een stralend blauwe hemel en met uitzicht op twee meren, typische bergkost en een biertje genoemd naar deze berg. Tenslotte nemen we in Weggis de boot terug naar de stad, waar we nog net op tijd onze trein naar Interlaken halen.
De grote troef van Interlaken is het zicht op de Jungfrau, die zich als een kameleon voortdurend aanpast aan het constant wisselende licht.
Het is een erg aangenaam stadje, dat gesandwicht wordt door het Brienz en Thun meer. Groot is het niet, je kan er zowat alles te voet doen. De mogelijkheden voor hikes zijn enorm: de populairste zijn Lütschental en de Lauterbrunnen vallei. Wij nemen vier kabelliften om het dak van Europa te bewonderen vanop de Schilthorn. 360° Niets dan bergen met als leading ladies de Jungfrau, Mönch en Eiger, een uitzicht dat Unesco Werelderfgoed is. Op een heldere dag kan je hier zelfs de Mont Blanc zien. De populairste attractie is Piz Gloria, een roterend restaurant waar we tijdens de lunch alle hoogste pieken op een uur tijd voorbij zien glijden. Het werd gebouwd als hoofdkwartier van SPECTRE in de James Bond Film ‘On her majesty’s secret service’ in 1969. Er werden hier heel wat scenes uit de film gedraaid en dat werd bezegeld met een museum. Wat wij met 4 kabelliften deden, een klim die te voet 8u duurt, doen honderden sportievelingen al hollend tijdens een jaarlijkse marathon.
Visp, ook wel eens de poort naar de Matterhorn genoemd, is een aangename stad, vooral het historische gedeelte. Maar de grootste reden om hier van de trein te stappen zijn de hoogst gelegen wijngaarden van Europa. Door een aardbeving in 1850 werd het stadje bijna volledig verwoest op het hoge stadsdeel na. We dwalen er door kleine straatjes met huizen uit de 16de eeuw. Met hun donkere luiken doen ze erg Italiaans aan, de grens is dan ook vlakbij.
Maar Visp is vooral het startpunt voor onze klim naar de hoogste wijngaarden op zo’n 1150 m. Boven de 800m groeit hier op bijzonder steile terrassen nog slechts één druifsoort, de Heida, een inlandse druif die met uitsterven bedreigd was, waaruit een kruidige wijn gemaakt wordt, de parel van de Alpenwijn. In het erg authentieke Oberstalden, een dorpje van 200 mensen, degusteren we enkele heerlijke lokale wijntjes aan de oudste wijnpers van de streek (1774). Nog hoger ligt het traditionele heidadorp Visperterminen. Tot in de jaren’60 leefden de mensen hier nog als nomaden, op 3 verschillende plekken naar gelang het seizoen. We kijken er uit op de Bietschhorn, alias de wijnbarometer. Als er in augustus nog sneeuw op de top ligt wordt het een slecht wijnjaar. Gelukkig is hij sneeuwvrij en het is pas juli.
De Matterhorn is net als de Jungfrau een van de bergen die je moet gezien hebben als je in Zwitserland rondreist.
En voor deze 4135m hoge reus is Zermatt de uitvalbasis. De Matter Vispa rivier splijt dit luxueuze en autovrije bergdorp in twee, met aan een kant het historische centrum met 16de eeuwse huizen die verbazend goed de tand des tijd hebben weerstaan. Het is het meest toeristische stadje op ons traject, maar gezelligheid troef. Het staat ook bekend als een bestemming voor foodies.
Maar wat we in Zermatt ook doen, de Matterhorn kijkt steeds toe als een soort big brother die zich vaak mysterieus in wolken hult. Wordt het te druk in de stad, dan kan je met een kabellift, de funicular of de trein de bergen intrekken, waar de rust gegarandeerd is. Wij nemen de bergtrein naar Gornergrat, het hoogste station van Zwitserland én Europa en kijken er uit op een oneindig berglandschap met vele pieken boven de 4000m en enkele spectaculair mooie gletsjers. Maar de Matterhorn kan weerspannig zijn en blijft koppig met haar hoofd in de wolken. Een plek waar ook wij zijn na het zien van al dat moois.