Badend in het zonlicht en onder een strakblauwe lucht biedt Andalusië, vanaf de Costa del Sol waar toeristen de zonnegod aanbidden tot aan de binnenlanden waar de Guadalquivir doorheen kronkelt, fantastische natuur en een uitzonderlijk architectonisch erfgoed. Cordoba, Granada en Sevilla mag u niet missen. Deze steden zijn als drie robijnen op een kroon. Met hun paleizen en tuinen en hun kerken en forten vormen ze de beroemde ‘Andalusische driehoek’ waar elk seizoen danst op het ritme van de vele feesten en de flamenco!
1. Cordoba, tussen kunst en levensvreugd
2. Granada: een sappige vrucht
3. Sevilla, Andalusische parel
Als u de wirwar aan straatjes om deze twee gebouwen heen in duikt, wordt u steeds weer verrast met een leuk plein, een klooster, fontein, kerk of geheime tuin. De huizen met ramen en gietijzeren hekken komen uit op de vele met bloemen overgoten patio’s. Hier en daar nodigen sympathieke bodega’s uit tot het proeven van wat tapas of een lokale wijn in de schaduw van een parasol. Cordoba werd in 711 veroverd door een emir die zich losmaakte van Damascus om kalief te worden. Dankzij hem kon Cordoba zich zelfs meten met het rijke en verre Bagdad. Net als toentertijd belichaamt de stad vandaag de dag nog steeds het mooie en artistieke Andalusië dat dichters van de middeleeuwen tot nu betoverde.
De oude moskee of ‘mezquita’ is een kathedraal geworden, die haar tot klokkentoren omgevormde oude minaret met trots draagt. Daarom wordt ze in het Spaans ‘mezquita-catedral’ genoemd. Zodra u door een van de grote deuren met duizend-en-één arabesken stapt, wordt u verwelkomd door een verfrissende tuin met palmbomen en heerlijk geurende sinaasappelbomen. In de kathedraal is een bos van meer dan achthonderd pilaren geplant, dat een van de grootste en mooiste islamitische gebouwen uit zijn tijd ondersteunt. Marmer, wit gesteente en rode bakstenen benadrukken de elegantie van de kapitelen en gewelven. Het geheel baadt in een zacht licht waardoor de elegantie en lichtheid wordt benadrukt. De prachtige tuinen vol cipressen, de bloembedden met rozen en fonteinen sieren het paleis van het Alcázar. Dit paleis dateert van de 14e eeuw, en binnenin vindt u een verfijnde sarcofaag en Romeinse mozaïeken.
Wie aan Cordoba denkt, denkt aan patio’s. Elk jaar organiseert de stad een feest dat gewijd is aan haar patio’s, die tot de mooiste van Spanje behoren. Meestal zijn de private patio’s niet toegankelijk, maar tijdens de eerste twee weken van mei zijn ook deze open voor publiek. U hoeft maar één van de routes te volgen die door de stad lopen, of gewoon wat rond te wandelen op zoek naar huizen met een logo. Bij deze gelegenheid strijdt iedere eigenaar tegen zijn buurman. Elke patio heeft een eigen persoonlijkheid, en is gevuld met de geur van rozen en jasmijn, het geklater van helder water in een fontein of het gekoer van duiven. ’s Avonds organiseren sommige van de verlichte patio’s concerten en aperitiefjes voor de bezoekers. Zo’n vijftig eigenaren doen op deze manier mee aan verschillende wedstrijden, zoals die voor de mooiste, de meest bloemrijke of de meest originele patio. Zeker een heel fijn moment om de stad te bezoeken.
Als u de twee weken van patiowedstrijden heeft gemist: sommige patio’s zijn het gehele jaar geopend.
Mede dankzij haar kroon van witte sneeuw van de Sierra Nevada is het fort wonderschoon. Iedereen komt van de magische avonden genieten waarop het fort vanaf de terrassen in de stad te zien is. Een bezoek aan het fort is betoverend. Het Alhambra werd in 1238 op de Sabika, één van de drie heuvels van Granada, gebouwd en is nu het meest iconische monument van de stad. Dit wordt bevestigd door een Spaans gezegde: “Wie Sevilla niet heeft gezien, heeft nooit een wonder gezien. En wie Granada niet heeft gezien, heeft niets gezien.” Zien of niet zien… dat is de vraag, want een hofdichter schreef ook ooit: “Er bestaat niets ergers dan blind zijn in Granada!”
Het Alhambra bestaat uit twee delen: het alcázar en het alcazaba (of alkazbah), oftwel het paleis en het fort. Eerst werd het fort gebouwd aan het eind van het rotsachtige en kale spoor dat de stad kenmerkte. Vervolgens werd het paleis gebouwd. Tijdens een bezoek aan de plekken kunt u de opeenvolgende torens, fonteinen, tuinen en terrassen bewonderen. De verfijnd gebeeldhouwde plafonds voegen zich bij de ongelooflijk knap uitgehouwen pilaren, gewelven en bogen. Een labyrint aan bloembedden en gangen zorgt elke keer weer voor verrassingen zoals het Leeuwenhof, de Koningszaal, de Nasridische paleizen (palacios nazaríes), de Zaal van de Ambassadeurs, et cetera. Na de Reconquista bewonderden de Katholieke Koningen het paleis zozeer, dat het ondanks hun wens om de sporen van de islam in de heroverde gebieden uit te wissen gespaard werd en als koninklijke residentie diende. Om uiteindelijk intact aan ons te worden nagelaten…
Advies: Het is voor alle monumenten in Andalusië aan te raden om uw bezoek te plannen (soms zelfs lang van tevoren) en uw entreeticket op internet te kopen.
Nog een architecturaal hoogstandje van het Alhambra: de Generalife. Dit kleine stukje paradijs is rond 1250 gebouwd en doemt voor u op als u de cipressenlaan en de ‘paseo de las Adelfas’ hebt gevolgd. Dit complex met gebouwen en tuinen is zeer verfijnd en biedt in de zomer schaduw en verfrissing aan de rand van de bassins en de watersproeiers. Het pure en kostbare water komt direct uit de hoogten van de Sierra Nevada. Het woord Generalife betekent in het Arabisch: ‘Paradijs of tuin van de architect’. Daar is alles mee gezegd. Een opeenvolging van zalen omringd door tuinen met bassins, en uitkijktorens of balkons waarvandaan u de tuinen en de stad kunt bewonderen. Middenin het gebouw strekt zich een lang bassin met waterstralen uit. Vanaf de terrassen is het uitzicht op de stad fantastisch, vooral dat op de populaire wijk Albaicín.
Met haar fleurige parken en lanen die in de lente lila kleuren door de enorme jacarandabomen die dan in bloei staan, nodigt Sevilla uit tot een ontdekkingstocht te voet of, waarom ook niet, per koets. Er gaat niets boven een wandeling in de Barrio de Santa Cruz, de voormalige Judería (Joodse wijk). Deze plek, een van de mooiste plekken van de stad, leidt naar de Giralda, een enorme klokkentoren van 98 meter hoog. De kathedraal is uitzonderlijk door haar hoogte, maar net zo goed door haar binnenkant. Het is na die van Rome en Londen de grootste kathedraal. Binnen bevinden zich het mausoleum van Christopher Columbus, de koninklijke kapel, de Capilla Mayor, en haar gigantische altaarstuk. En de heerlijke patio de los Naranjas geurt naar oranjebloesem…
De stad bezit ook een alcázar. Dit is een prachtig paleis, gebouwd door de Omajjaden vanaf 844. Van het islamitische paleis is echter alleen nog de patio del Yeso over. De christelijke Alfons X begint met de bouw van een nieuw paleis in Gotische stijl. Een eeuw later voegt koning Don Pedro er een schitterend paleis in mudejarstijl aan toe (gemaakt door moslims die door het katholieke regime werden verwelkomd). De fantastische koepel van de Zaal van de Ambassadeurs komt uit 1427 en is versierd met in cederhout uitgesneden maaswerk met vergulde randen en afgewerkt met azulejos. De patio’s van La Montería (de jacht), Las Doncellas (de maagden) en Las Muñecas (de poppen) zijn door de grootste kunstenaars uit die tijd gemaakt. De patio del Crucero is op oude baden gebouwd. ’s Avonds verwelkomen de terrassen in de wijk Triana op de oever aan de linkerkant van de Puente de Isabel II de liefhebbers van ‘dolce far niente’ om er van de weerspiegelingen van de stadsverlichting te genieten. Vanaf de namiddag loopt het storm en zetten de vele bars hun snel bezette tafels klaar. Dan is het tijd voor een glas sangria en wat tapas.
• Het ideale seizoen om Andalusië te bezoeken is de lente, rond Pasen, of de herfst, wanneer de ergste zomerhitte voorbij is.
• U kunt de regio het best bezoeken met de auto vanaf een van de vliegvelden (Sevilla of Malaga). Sevilla ligt 250 km van Granada en 140 km van Cordoba. Deze laatste stad ligt dan weer 175 km van Granada. Malaga ligt op 200 km van Sevilla.
• Als u genoegen neemt met een bezoek aan alleen de drie steden van de Andalusische driehoek, zijn er ook uitstekende trein- en busverbindingen die de steden verbinden: gemakkelijk en praktisch!
• Malaga is ook een zeer interessante stad met haar fort en haar wijken met een overvloed aan restaurants, bars en tavernes.
• Granada is de stad van de flamenco en hier is de dans dan ook bijzonder magisch. U kunt de dans ’s avonds zien in Sacromonte, de zigeunerwijk.
• Het jaar danst in Andalusië op het ritme van een buitengewoon feestelijke kalender: religieuze, folkloristische, muzikale en culturele tradities volgen elkaar in een adembenemend tempo op.
Niet ver van Granada ligt het nationaal park van de Sierra Nevada, een prachtig massief met bergtoppen die tot in de lente nog besneeuwd zijn. Het wemelt in het massief van de fantastische routes. In de winter is een belangrijk skistation in werking.
In het hart van de natuur en haar rustgevende korte routes liggen de ‘pueblos blancos’, oftewel witte dorpen. Ronda is de bakermat van het stierenvechten en de moderne corrida. Vanuit de stad biedt de kleine bergroute adembenemende uitzichten op de siërra’s van Grazalema, Ubrique en Margarita met een dertigtal witte dorpen.