Met 63.000 inwoners is Quimper een van de vele middelgrote steden in Frankrijk. Maar los van de omvang, is de reputatie van deze stad vooral gebaseerd op zijn patrimonium en zijn cultuur. Met een bezoek aan Quimper, tevens de administratieve hoofdstad van Finistère (het meest Westelijke departement van Frankrijk), kom je terecht in het levendige hart van de Bretoense cultuur.
Naar goede Bretoense traditie heeft ook Quimper een wereldwijde maritieme en handelsreputatie door de ligging van de rivier Odet, die de stad met de 18 km verder gelegen oceaan verbindt. Die rijke commerciële traditie vind je nog steeds terug in de talrijke handelszaken en winkelstraten van de stad.
Verder is er een religieuze traditie met de immense Saint-Corentin kathedraal, als centraal punt in de bisschoppelijke wijk. En tenslotte zijn er de culturele tradities met als kernpunten het Théâtre de Cornouaille en Novamax/Max Jacob… en vooral het Festival Cornouaille Quimper. Elk jaar in juli is dit de grote afspraak voor de Bretoense cultuur met dans (spectacles de cercle), muziek (bagadou), de verkiezing van “la Reine de Cornouaille” en “Triomphe des Sonneurs”…
Quimper draagt het label “Ville d’Art et d’Histoire” en is een uitstekend vertrekpunt om dit verste stuk van Bretagne te bezoeken. In het Zuidwesten vind je de badplaatsen en de vissershavens van Bénodet, Sainte-Marine, Loctudy, Le Guilvinec, Penmarch… Eveneens in het Zuiden is Pont-l’Abbé zeker een bezoekje waard met zijn borduurwerktraditie. In het Westen zijn Cap Sizun, Douarnenez en het mythische Pointe du Raz de poort naar Amerika… En in het Zuidwesten vind je het ommuurde Concarneau, de schilderstadjes Pont-Aven, Quimperlé… Kortom, Quimper is de perfecte uitvalsbasis voor een kort verblijf in dit karakteristieke deel van Bretagne.
Deze oudste wijk van Quimper, aan de oevers van de Odet, is bekend voor zijn ambachten van pottenbakken en aardewerk. Naast de ateliers van Henriot en de couturier Pascal Jaouen, zet de vernieuwing zich door en duikt er een nieuwe artistieke vitaliteit op.
Hier zijn we bij de roots van Quimper. De wijk Locmaria bevindt op 10 minuten wandelen van het centrum aan de oever van de Odet en verwelkomde zijn eerste ambachtslui in de eerste eeuw na Christus. Waarom net hier? Door de aanwezigheid van water dat noodzakelijk is om de klei te verwerken. Locmaria was aanvankelijk bekend voor zijn voor zijn potten voor huishoudelijk gebruik. Enkele eeuwen later voerde een provençaalse kunstenaar hier ook aardewerk in. De stap van klei naar keramiek werd gezwind gezet, zodat tegen de jaren 1870-1880 meer dan 500 personen aan de slag waren in de grootste aardewerkateliers van de wijk. De ambachtslui woonden op de rechteroever, in de wijk Cap Horn, en staken elke ochtend en avond de stroom Odet per veer over
Vandaag behoudt nog één atelier deze traditie: Henriot. In Frankrijk heeft zowat elk gezin een kom van het beroemde merk! Dit aardewerkbedrijf met een 20-tal werknemers bestaat al sinds … 1690 en heeft zo’n 10.000 mallen en modellen in huis. Het atelier verwierf de titel ‘Entreprise du Patrimoine Vivant’ en kwam weer goed op dreef door de samenwerking met kunstenaars. De boutique is eigenlijk een verplichte stop voor wie klassiek of hedendaags aardwerk wil kopen. Daarnaast getuigt het ‘Musée de la Faïence’ met zijn unieke stukken van de sleutelrol die deze ambacht in Quimper vertegenwoordigt.
Een andere plek waar de artistieke roeping van de wijk tot uiting komt is het atelier Pascal Jaouen. Deze ‘haut-couturier’ is een kleinzoon van landbouwers met een echte Bretoense cultuur, die unieke stoffen en klederen ontwerpt. Zijn collectie, die geliefd is bij tal van Franse personaliteiten, wordt gefinancierd door zijn school voor kunstborduurwerk en zijn stages die in Locmaria worden georganiseerd.
In de wijk bevindt zich eveneens een opmerkelijk patrimonium: een voormalige Benedictijnenabdij die nu een priorij is; een prachtige Romaanse kerk uit de 11e eeuw die in 2022 haar 1000-jarig bestaan zal vieren; een middeleeuwse tuin met het label « Jardin Remarquable ». Vandaag kent de wijk een revival. Aan de oever van de Odet zet de renovatie van de Place du Styvel de mooie gevel van het voormalige kunstatelier P. Foullien goed in de verf en achter de priorij opende het luxehotel Ginkgo zijn deuren. En in de gebouwen van Pascal Jaouen vond een microbrouwerij onderdak. Kortom, Locmaria wordt een artistiek cluster met beeldende kunst, mode, keramiek, architectuur… Naast het behoud van de tradities van de stad, is dit het symbool van de vernieuwing.
Het burgerlijke en religieuze bestuur vormde het centrum van Quimper, dat zich ontwikkelde rond de Saint-Corentin Kathedraal. Een bonte verzameling vakwerkhuizen … en pannenkoekenzaken maakt een wandeling hier bijzonder aangenaam.
Om de geschiedenis van Quimper te begrijpen is een kleine les aardrijkskunde noodzakelijk. Rond het jaar 1000 speelden de voornaamste activiteiten in de stad zich af boven Locmaria, op de rechteroever van de Odet. Deze oever wordt in twee gesplitst door het zijriviertje Steïr. Aan de oostkant vind je de kathedraal en de religieuze stad die vroeger ommuurd was. In het westen ligt het hertogelijke stadsgedeelte, de wijk van de tegenmacht.
De religieuze wijk is de meest interessante. De Saint-Corentin Kathedraal werd in de 13e eeuw gebouwd en wordt gemarkeerd door zijn twee spitstorens van 76 m hoog die de skyline van Quimper beheersen. Dit is een landmark van deze stad. Het gebouw werd tussen 1998 en 2008 gerestaureerd en kreeg hierbij zijn befaamde gotische kroonluchter terug. Aan de voet van de kathedraal en het naburige ‘Palais des Evêques’ (dat omgevormd is in ‘Musée Départemental Breton’) ligt de prachtige middeleeuwse wijk. De talloze vakwerkhuizen kleuren de winkelstraten Kéréon en Fréron en de gezellige omliggende steegjes. Places au Beurre, Le Coz, Mesgloaguen, rues du Lycée, du Sallé, Kergariou, Brizeux, des Gentilshommes, Saint-Nicolas, venelle Saint-Antoine… hier gaat de middeleeuwse sfeer over in de 17e, 18e en 19e eeuwse herenhuizen. Hier heerst altijd drukte in de straten met de vele toeristen die flaneren tussen de talrijke kraampjes en de Bretoense crêperies. Hier bevindt zich ook het stadhuis en het Museum van Schone Kunsten.
De wijk convergeert bij de Halles Saint-Antoine (met steeds verse zeeproducten!), en neigt dan naar de Steïr om daar om te buigen naar het “hertogelijke” gedeelte van de stad. De wijk die nu bekend staat als Saint-Mathieu, heeft geen architecturale monumenten meer maar is wel rijk aan handelszaken, vooral rond de Place Terre au Duc. Via de Rue du Chapeau Rouge en Saint-Mathieu kom je in het culturele centrum van Quimper: het Cornouaille theater en de grote mediatheek. Met zijn voetgangerszone en animaties lijkt dit wel een klein Beaubourg…
Een wandeling langs de kaden leert dat langs de oevers nog heel wat handelszaken en stedelijk patrimonium ligt.
Zien en gezien worden … Dat was ook het leitmotiv van de grote lokale families. Boven het Palais des Evêques en de Prefecture – een religieus en een institutioneel symbool dat ieder aan een kant op de oever van Odet ligt – is de linkeroever bezaaid met mooie herenhuizen van het einde van de 19e eeuw. Iedere woning beschikt over een “tuin aan de rivier” die met een brugje met het stadscentrum is verbonden. Er schieten nog negen van die bruggetjes over. Ze zijn voor het publiek toegankelijk en met de bloemen op de randen levert deze zone een fraai accent. Verder naar Quimper toe is de natuur langs de Odet nog ongerepter. Over een 15-tal kilometer slingert de rivier door een bosrijke vallei met tal van kastelen op de heuvels. Hier is een kanotocht heerlijk rustgevend. Dit waterparadijs is trouwens de thuis van de bekende zeiler Eric Tabarly, die hier een woning langs het water bezit.
Het cultureel Festival van Cornouaille is de motor van de identiteit van Quimper en trekt elk jaar in juli ruim dan 200 000 bezoekers aan. Het viert dit jaar zijn 98e verjaardag…
Bretoense dans (cercles), muziek (bagadou, groepen die bombardon, doedelzak en percussie spelen), zang, verkiezing van de Reine de Cornouaille, Triomphe des Sonneurs… waarmee het Festival de Cornouaille de traditionele Bretoense folklore ver overstijgt. Dit is een incarnatie van zijn culturele identiteit en zijn levenslust. Ook al is dit evenement niet zeer toeristisch, toch komen er telkens veel toeristen om dit authentiek schouwspel mee te beleven. Gedurende 10 dagen in juli leeft de stad volledig op het ritme van de Bretoense groepen en de uitgenodigde Keltische groepen. Place de la Cathédrale, théâtre de Cornouaille, quais de l’Odet… hier bruist het spektakel waarbij de artiesten zich tussen het publiek mengen. Je vindt er bekende groepen en de grootste samenkomst van traditionele muzikanten. Deze populaire en levendige vorm van cultuur betekent het verschil met de spektakels in de andere streken, waar de nadruk meer op folklore ligt. Het bewijs daarvan is de invloed van hedendaagse genres als hip-hop, rap, variété… De optredens brengen een evenwicht tussen traditie en modern werk en zijn steeds zeer creatief. Dat is ook te merken aan de eigenzinnige kledij op de podia, eigentijdse choreografieën, … Naast het festival is er sinds 1999 nog een Cyber Fest Noz, meteen de grootste Fest Noz ter wereld!
Het succes bij het publiek wordt gemeten aan de volkstoeloop bij de twee hoogtepunten van het festival: de verkiezing van de Reine de Cornouaille en de Triomphe des Sonneurs. Op het balkon van het Palais des Evêques, tegenover de Odet, stelt de Reine de Cornouaille zich voor. Telkens verdringen zich duizenden mensen aan de oevers om deze verkozen koningin te begroeten onder luid applaus. Aan het einde van het festival zorgt de Triomphe des Sonneurs dan voor een mooie finale. Dit is een défilé door de straten van de stad van alle bagads die deelnamen aan het evenement!