Gooi daar nog wat kastelen en charmestadjes tegenaan en je begrijpt meteen waarom dit een topbestemming voor levensgenieters is.
Er zijn zomaar even 54 thematische fietslussen, maar ook de befaamde Véloscénie trekt door dit stukje Normandië, een spectaculaire 450km lange fietsroute van Parijs naar Mont-Saint-Michel. Een van die fietsroutes die door de Orne slingert is l’Échappée de Sublaine. Als je net als wij in de mist begint en langzaam de zon ziet doorbreken is het alsof je van een zwart-wit-in een kleurenfilm wordt gekatapulteerd.
Een deel van de glooiende route loopt door het Parc Naturel Régional du Perche met eeuwenoude eiken- en beukenbossen. Je moet af en toe een aardig tandje bijsteken en stevig klimmen op dit 45km lange traject.
Een van de vele themaroutes concentreert zich op manoirs, die typisch zijn voor de Orne en bijzonder charmant ogen. Het zijn een soort chique herenboerderijen met de allures van een kasteel. In Colonard-Corubert is er een lus die je naar Nocé leidt waar je de 15de eeuwse Manoir de Courboyer, een van de 700 die je in de Orne vindt, kan bezoeken. Leuk aan deze is dat je ook binnenin een kijkje kan nemen. Terwijl de meeste manoirs in privé handen zijn, is dit het bezoekerscentrum van het 1820 ha grote Parc Naturel Régional du Perche. Je komt alles te weten over manoirs én over het park.
Op dezelfde route in Boissy-Maugis is er nog een mooie: Manoir de la Moussetière. En op een gesaneerde oude spoorweg fiets je langs Manoir de la Vove, waar je de kapel, de bakkerij en het park kan bezoeken. En tenslotte kan je als de lus rond is ook nog slapen in een van de meest riante landhuizen op dit parcours, het 16de eeuwse Manoir de Lormarin in Nocé, dat nog heel authentiek is en met veel smaak werd gerestaureerd door de eigenaar, een antiquair.
et Versailles van de paarden
Een plek die je niet mag missen is Haras National Du Pin, het Versailles van de paarden. Lodewijk XIV, de Zonnekoning, koos de Orne uit om zijn militaire paarden onder te brengen. Hij liet er in 1715 een luxe paardenstoeterij bouwen, maar heeft het resultaat zelf nooit gezien.
Als je door de immense poort wandelt begrijp je meteen waar de vergelijking met Versailles vandaan komt. Niet alleen het 1000ha grote domein is prachtig aangelegd, het kasteel en de stallingen, die er in hoefijzer rond liggen, ogen bijzonder elegant. Naast Franse dravers en Engelse volbloeden vind je er ook Percherons, de stoere witte trekpaarden uit de Orne.
In het museum ligt de nadruk op de relatie mens-paard en een collectie antieke koetsen. Percherons vind je overal in de Orne, het zijn de tanks onder de paarden. Met wat geluk kan je er een berijden, want voor iedereen die een versnelling lager wil schakelen is dit stukje Orne te paard ontdekken het summum.
Historische gebouwen zoals de St. Denispoort, die deel uitmaakte van de stadsomwalling, de gotische Notre-Dame kerk en het indrukwekkende huis van de graven zijn stuk voor stuk architecturale meesterwerken. De beste dag om het historische stadje te ontdekken is tijdens de zaterdagmarkt, waar je meteen kan zien waarom de Orne zoveel Belgen lokt. De lokale producten zijn overheerlijk en worden hier bovendien aanlokkelijk uitgestald. Zwarte pensen zijn dé specialiteit van de stad.
Myriam Thys | cmsElk jaar wordt er een pensenkoning verkozen. Bellême ligt 15km verder op een strategische heuvel. Ook hier vind je volop middeleeuwse charme met een prachtige stadspoort, een oude klokkentoren en de classicistische Saint-Sauveurkerk.
Naar Vimoutiers in Pays d’Auge, ga je vooral voor de mooiogende vakwerkhuizen en het Camembertmuseum, waar de beroemdste kaas ter wereld onder de loep wordt genomen. Aan charmante dorpen en leuke stadjes is er geen gebrek in de Orne.
‘Appels zijn pas rijp als ze van de boom vallen!’ Als je met kleine producenten van cider en calvados praat, besef je pas hoeveel werk er in zo’n fles kruipt. Bij Domaine du Ruisseau in het godverlaten Boissy-Maugis wordt er gewerkt met zeven appelsoorten. Voor elk drankje worden er andere combinaties gebruikt. Bij de oogst krijgt de eigenaar wat hulp, maar verder speelt hij een solopartij.
Zijn cider en calvados vallen jaar na jaar in de prijzen én terecht. In al zijn drankjes proef je de lokale natuur. Ook pommeau de Normandie is een populair drankje. Het wordt gemaakt van appelsap en één jaar oude calvados, het is het signatuuraperitief van de Orne. Een beter souvenir is er niet. Maar volgens de Normandiërs wordt de beste calvados in het mooiste stukje Orne in het zuiden van Pays d’Auge gemaakt. Dat kan je proeven bij alweer een kleine producent La Galotière in Crouttes, die biologische calvados stookt tussen de prachtige, nog zeer authentieke vakwerkhuizen.
De culinaire rijkdommen van de Orne swingen letterlijk de pan uit. Camembert, Frankrijks meest iconische kaas, maar ook heerlijke geiten- en schapenkazen, zwarte pensen en appels vind je in elke lokale keuken. Paddenstoelen plukken in de herfst hoort er ook bij. Je kan er zelf mee aan de slag, of je kan ze proeven in Le Manoir du Lys in Bagnoles-de-l’Orne, één van de twee sterrenrestaurants in de regio. Wilde paddenstoelen zijn hier de specialiteit. Je kan er het hele jaar rond van genieten.
De uitgestalde waren op de lokale markten zijn niet alleen mooi om naar te kijken, ze doen je ook verlangen om de overheerlijke lokale gerechten te proeven in een van de vele bistro’s en gastronomische restaurants in de regio. Pommeau is het perfecte aperitief, met cider spoel je de maaltijd door en afsluiten doe je met een pittige calvados. Santé!