Sinds de komst van de TGV in 2001 heeft Marseille haar imago sterk opgepoetst en wist zo het toerisme een stevige boost te geven.
De vernieuwing van de kustlijn, een sterke communicatie en grote evenementen droegen ertoe bij dat de stad, die voorheen vooral bekend was voor haar banditisme en zuiderse nonchalance, snel tot een toeristische topbestemming evolueerde. Dat gebeurde zelfs met de hulp van de Fransen uit het noorden. Start-ups, creatievelingen en artiesten ontdekten Marseille en vonden er een te gekke en bruisende stad, die bovendien veel goedkoper was dan Parijs.
De werken Euroméditerranée, die gul gefinancierd werden door de EU, leverden de stad een venster op de kust op dat haar de uitstraling gaf die ze voorheen miste. In 2013 werd dat proces nog versneld door het evenement « Marseille Provence Capitale Européenne de la Culture ». En dit jaar kwam de tweede stad van Frankrijk (na Lyon) weer sterk in de kijker met de opening van MUCEM (Musée des Civilisations de l’Europe et de la Méditerranée), de expositieruimte Villa Méditerranée en de programmatie van een resem culturele spektakels.
Een geluk komt nooit alleen, want Marseille opende vervolgens ’s lands eerste stedelijk nationaal park ‘Calanques’. In 2019 werd dan het Jaar van de Gastronomie georganiseerd, dat hulde bracht aan de provençaalse keuken. Kortom, een werk van 20 jaar dat werd afgerond met een volgehouden focus op deze stad, die intussen bekend is bij bezoekers uit alle windstreken.
Deze verandering had geen invloed op de sociale structuur van Marseille. Achter dit fraaie uitstalraam blijft een volkse, eerder arme stad met tal van wijken met onderkomen woningen schuilen. Voor de toeristen valt het niet op, want die zones worden normaal niet “bezocht”. Het is logisch dat ze de winkelstraten verkiezen, met de vele restaurants, voedingszaken en trendy decoratiewinkels. Ik raad je aan om van de gebaande paden af te wijken. Met de metro, de bus of de tram, of nog beter, per boot of te voet, laat Marseille zo op vele plaatsen zijn authentiek gezicht zien: dat van een stad die niet altijd even mooi is maar een duidelijke zuiderse “stempel” draagt, vervloeiend uit een dorpse sfeer en opeenvolgende immigraties.
Van de haven van Joliette tot les Goudes beschikt Marseille over een verbazend gevarieerde kustlijn die zich uitstrekt over … 33 km.
De stadskades kan je hier uitstekend aanschouwen vanop de ferry of de bootbus, die via een lijn Le Vieux-Port a l’Estaque, in het noorden, met La Pointe Rouge, in het zuiden, verbindt.
De bruisende oude haven, die aan de ingang beschermd wordt door Fort Saint-Jean (15e eeuw), moeten we niet meer voorstellen… We zakken verder af naar het zuiden en de “mooie wijken”. De ferry naar Pointe Rouge vaart langs het statige Palais du Pharo, voorbij les îles du Frioul en langs de wijken net aan het water, Les Catalans, Malmousque… Onderweg komen we ook de iconische micro-haven Vallon des Auffes tegen, met haar oude vissershutten waar nu tal van bekende restaurants (Chez Jeannot, L’Epuisette…) gevestigd zijn. Vervolgens passeert de boot de residentiële heuvels waar een welgesteld publiek van het leven geniet in hun mooie villa’s met tuinen. En daarboven zegent de basiliek Notre-Dame-de-la-Garde als het ware deze omgeving.
In het noorden ligt dus de sector La Joliette-Arenc, het uitkijkraam op de kust van Marseille. Torens, kantoren en hotels vormen een skyline die gesymboliseerd wordt door de buildings van la Compagnie Maritime (van Zaha Hadid) en La Marseillaise (van Jean Nouvel).
Het MUCEM, het museum gewijd aan mediterrane cultuur, is hier sinds 2013 een blikvanger met zijn gevel met een visnetstructuur. De naburige Villa Méditerranée, zowaar een architecturale L-vormige UFO, zal hier vanaf 2022 een replica ontvangen van de Grot van Cosquer, die in 1990 werd ontdekt in de calanques van Marseille.
Boven de stranden van Prado beginnen de laatste bouwzones op de plaatsen waar de rotsige kust dat toelaat. Het is een aaneenschakeling van wijken met een dorpskarakter, populaire strandjes en jachthavens, met een mix van een klassieke bouwstijl en opgewaardeerde hutten. Pointe Rouge, La Verrerie, la Madrague de Montredon… eens je in Les Goudes en Cap Croisette aankomt, ben je niet meer in de stad maar in een andere wereld. Een rotsig gebied aan de kustlijn dat dienstdoet als badplaats voor de bewoners van Marseille, die zo het geluk hebben van de stad én de natuur te kunnen genieten.
De stad staat voor veel meer dan enkel die toeristische clichés. Als je tijd hebt voor een intenser bezoek en “buiten het kader” wil treden, kan je hier nog vele mooie parels ontdekken. We bezochten enkele van de sites die echt de moeite waard zijn…
De enorme oppervlakte van Marseille (241 km², terwijl Brussel-stad slechts 33 km² beslaat) ontstond door tal van plattelandszones rondom in te palmen. Vooral in de 18e en 19e eeuw streken rijken families hier neer om er statige verblijven te bouwen.
In de zuidelijke wijken is château de la Buzine daar een perfect voorbeeld van. De schrijver Marcel Pagnol kocht dit pand, dat nu een museum gewijd aan de auteur en een mediatheek is. Eveneens in het zuiden staat château Pastré centraal in het gelijknamige park. Deze bastide van natuur- en bakstenen, die voorheen eigendom was van een plaatselijke reder en handelaar in de 19e eeuw, herbergde lange tijd het Musée de la Faïence, dat zich vandaag in Château Borély bevindt.
Op de heuvel van Roucas-Blanc kan je Villa Gaby bespeuren, een luxueus huis in Italiaanse stijl met zicht op de Middellandse Zee, waar de verbannen president van Libannon Michel Aoun verblijft en ook vaak evenementen plaatsvinden.
Nabij de oude haven heerst een eerder militaire sfeer met de aanwezigheid van Fort d’Entrecasteaux, dat in de 17e eeuw door Vauban werd gebouwd. Momenteel wordt het gerenoveerd om vanaf 2022 weer publiek te kunnen verwelkomen. Er wordt ook gewerkt aan een museumroute en tuinen met een panoramisch zicht op de haven. In het noorden ligt dan weer een iconische industriële site van de stad: Savonnerie du Midi. Sinds 1894 wordt hier de bekende Marseillezeep geproduceerd, volgens een procedé dat al die tijd vrijwel ongewijzigd bleef. Je vindt hier de ruimtes met de ketels en de reservoirs waarin de nodige ingrediënten voor de productie van de pasta worden gebrouwen. Deze zeepfabriek heeft ook een winkeltje waar je de traditionele producten kan kopen.
Heb je hierna nood aan een vleugje echte natuur? Dan moet je naar het uiterste zuiden van de stad trekken, nabij het Massif des Calanques. Daar ligt een plek die zelfs niet bij alle inwoners van Marseille bekend is: Parc des Bruyères. Je kan er makkelijk heen met de bus, want dit is de terminus van lijn 17. Op het menu staan: kalkrotsen, dorre valleien, dennen, olijfbomen, kreupelhout… en wandelpaden over een gebied van ongeveer 100 ha. Ver van de stad biedt het hoogste gedeelte van het park een prachtig panorama over Marseille en de baai.
Langs de kreken zijn de paden uitermate geschikt voor een wandeltocht. Maar ik verkies te peddelen om het massief van op afstand te kunnen bewonderen en de “vergeten” eilanden van de archipel van Riou te ontdekken. Het vergt een inspanning, maar het zicht hier is zeker de moeite waard!
Er niets “ecologischer” dan zo te dobberen op zee. Per kajak vaar je van het Massif des Calanques eenvoudig naar de Archipel van Riou. Meestal wordt vertrokken vanuit de haven van Callelongue, in het uiterste zuiden van Marseille. Na even peddelen passeren we Île Maïre en zetten we koers naar de andere eilanden. Hier is het genieten is een prachtige omgeving gekleurd door de witte kalkrosten, de zon en de blauwe zee.
De ruwe omgeving van de kreken zorgt voor een hypnotiserend effect. Daar duiken Jarre en Jarron al op, de eerste eilanden van de Riou Archipel met hun minerale rotswanden waarop de meeuwen ons krijsend verwelkomen. Daarna steken we over naar Calsereigne (ook bekend als île Plane), waar een grastapijt de ondergrond bedekt. De verklaring hiervoor is dat het gesteente van het eiland door de Romeinen werd verwijderd en gebruikt werd voor de eerste constructies in Massilia.
We laveren tussen de boeien en de zeilbootjes alvorens in de kreek van Monastério aan te meren. Welkom op het grootste eiland van de archipel, dat als natuurreservaat werd geklasseerd. Het groene, doorzichtige water omringt de « Caillou » van Riou. Hier heerst totale rust. Je kan er picknicken, baden, wandelen of rond het eiland varen per kajak en de rotsen beklimmen. Daar opent onder l’Aiguille (103 m) de “witte muur” van het Massif des Calanques zich over 360° en biedt zo een wijds zicht over de zee.
Jammer genoeg moeten we terug vertrekken. Er steekt een bries op en de Middellandse Zee krijgt meer deining. Tijd om terug in de kajaks te stappen. We komen opnieuw voorbij Calsereigne en de kreek van Pouars, richting Jarre. Daar lijkt de kustlijn plots op een witte, ondoordringbare muur. Rechts merken de kreken van Marseilleveyre en Mounine op, vooraleer een sterke stroming ons naar het oosten richting Callelongue voert. Nog even flink doorpeddelen en de oever komt nabij. We zijn terug in de haven waar ons roei-avontuur begon. Het was een mooie namiddag op de zee voor Marseille en het Parc National des Calanques.
Terwijl de culinaire tradities bewaard bleven, zag Marseille toch tal van nieuwe invloeden opduiken. Met sterrenzaken, vernieuwde culinaire producten en trendy boutiques werd de eeuwenoude stad zowaar een « gastro city ».
Naar Marseille komen, is toegeven aan de verleiding. Daar is pastis er een van! In La Maison du Pastis, aan Quai du Port, serveert men meer dan 70 soorten. Deze drank is een synoniem voor gezellig samenzijn aan de toog van het plaatselijk café. Een andere klassieker met een premium karakter is bouillabaisse. De beste van de stad vind je aan de oude haven in Le Miramar. Daar bereidt chef Christian Buffa al meer dan 20 jaar deze beroemde ragoûtsoep van vis die met broodcroutons wordt gegeten.
Dan gaan we richting Saint-Victor abdij, een cluster van « tradities ». Le Four des Navettes, in rue Sainte, verkoopt sinds 1781 heerlijke droge koekjes geparfumeerd met oranjebloesem. Wat verder ontdek je Maison Saint-Honoré (quartier d’Endoume), panthéon de la fougasse, het restaurant met 1 Michelin-ster Saisons (quartier Castellane), L’Art de la Fromagerie en zijn lekkernijen van verse geitenkaas (quartier La Plaine)… Kortom, deze culinaire city break is een aanrader!
Ik sprak al over nieuwigheden. Wel, het Palace Intercontinental Hôtel-Dieu is er een van. Daar vind je Alcyone, een restaurant met 1 Michelin-ster onder de vleugels van Lionel Lévy. Ook le Quartier du Panier is veranderd. Deze wijk werd minder volks, wat hipper, met tal van trendy decoratiewinkels. Maar één adres blijkt onwrikbaar: Chocolaterie du Panier. Dit is een piepklein winkeltje met meer dan 300 variëteiten van chocolade, die per gewicht verkocht worden. De bekende laan in Marseille grenst trouwens aan quartier de Noailles, de kasba van de stad! Hier vind je winkeltjes uit de Maghreb en de Comoren, met de heerlijke geur van kruiden en muntthee…