El Goléa, een oase, een ksar en de bewogen geschiedenis van Charles de Foucauld

Daniel de Le Hoye,
11-01-2023
Via deze prachtige weg die de Algerijnse Sahara doorkruist, de nationale 1 die Algiers met Tamanrasset verbindt, arriveer ik in El Goléa na het ontdekken van Ghardaïa (870 km ten zuiden van Algiers). Deze oasestad is een van de laatste haltes voor het grote Zuiden en de Hoggar. Hier is het nog steeds mogelijk om een kudde vee te fokken, om perzik-, abrikozen-, amandel-, granaatappelbomen te cultiveren dankzij het water dat slechts een paar meter onder de grond zit, of om de dadels te oogsten die overvloedig groeien in het immense palmenbos van meer dan 300.000 palmbomen.
De Ksar op de heuvel. © Daniel de Le Hoye ©

Een ander volk, andere gebruiken

Wat opvalt tegenover Algiers, is hoe anders de bevolking hier is. De huidskleur is donkerder en de tulband wordt veel gebruikt om het hoofd te beschermen tegen de zon. We bevinden ons nog steeds op de weg van de karavanen die de Sahara doortrokken om hun ladingen te vervoeren.

De hoofdingang © Daniel de Le Hoye ©

El Goléa heeft ook aan de rand van het palmenbos een Ksar (versterkt dorp in leem) die uitkijkt over een voorgebergte van waaruit het panoramisch uitzicht spectaculair is. Deze Berberse Ksar werd gebouwd in de 10e eeuw en diende zowel om de bevolking te beschermen tegen buitenlandse aanvallen als marktplaats voor handelaars op doorreis.

Zicht van de Ksar op het palmbos van El Golea © cms ©

Van veraf gezien is dit versterkte dorp, gemaakt van leem en palmenstam, indrukwekkend. De staat is origineel, want er is zeer weinig aan gerestaureerd om het te beschermen. Vrijwel alles is authentiek, behalve de moskee en de opmerkelijk bewaard gebleven zuilengalerijen.

cms | cmsBovenop de Ksar met een panoramisch zicht op het palmbos.

Van Ksar tot Frans garnizoen

Ik loop door de steegjes naar de bron van het dorp die een diepte heeft van 30 meter en water leverde aan de hele ksar. Hogerop, als ik de top bereik, valt een klein gebouwtje me op. Het lijkt recenter en mijn gids bevestigt dit. Het is een klein arsenaal gebouwd door het Franse leger in de jaren 1880 en diende als garnizoen voor de troepen die daar gestationeerd waren.

cms | cmsDe moskee van de Ksar

Ten tijde van de onafhankelijkheidsoorlog was deze plek uiteraard het toneel van pijnlijke taferelen die nog steeds diep in het Algerijnse collectieve geheugen zijn gegrift. Dit brengt me tot het verhaal van een Franse officier, Charles de Foucauld, die in 1880 in Algerije aankwam met de missie de opstanden te onderdrukken.

Van Burggraaf tot Père Charles

Père Charles de Foucauld

Heel snel begreep de Vicomte de Foucauld dat deze job en zijn excessen niet voor hem waren gemaakt. Hij nam ontslag uit het Franse leger en begon een reis als geograaf naar Marokko en een pelgrimstocht naar Jeruzalem die zijn leven zou veranderen. De islam was zijn eerste toegangspoort tot het geloof dat hij in 1890 zal concretiseren door in Frankrijk trappistenmonnik te worden. Op zoek naar eenvoud kwam hij terug in de Algerijnse Sahara waar hij alleen in Beni Abbes zijn parochie opricht. Hij zal de rest van zijn leven vechten tegen de Franse kolonisatie, slavernij en analfabetisme om zijn geloof diep te beleven en betekenis te geven. In Tamanrasset, in het uiterste zuiden van de Sahara, zal hij 6 maanden bij de Toearegs wonen. In 1908 ontcijferde hij hun alfabet en schreef een uniek werk: het Toeareg woordenboek (in het Frans). Hij werd in 1916 vermoord voor de deur van zijn kluizenarij.

De kerk van Saint-Joseph waar pater Charles begraven ligt © cms ©

Hij werd in El Goléa begraven op het kerkhof naast de kerk van Saint-Joseph, de allereerste kerk die in 1938 in de Sahara werd gebouwd door de Witte Paters. Noteer dat pater de Foucauld in mei 2022 heilig werd verklaard door Paus Franciscus.

Ghardaïa, de mythische poort van de Algerijnse Sahara

Laten we eerlijk zijn, de formaliteiten zijn een beetje complex in Algerije, op vlak van coördinatie en ook wachttijden, maar zodra je hiermee rekening houdt, zal het een prachtige ontdekkingsreis worden.

De marktplaats van Ghardaïa © Daniel de Le Hoye ©

Ghardaïa ligt 600 km ten zuiden van Algiers, aan de voet van een grote oase met 4 versterkte dorpen, genaamd Ksar. Ze bevinden zich allemaal in een groot en verrassend groen palmbos in het hart van deze ruwe omgeving. De mens is hier in staat geweest om het water van de wadi’s te kanaliseren dankzij geïmproviseerde dammen die het water bij regenval naar ondergrondse reservoirs leiden, of door ingenieuze boorgaten die zuiver water oppompen. Ik was dan ook verrast te horen dat in dit deel van de Algerijnse Sahara het water overvloedig stroomt in deze waterlagen, dat afkomstig is van dammen in het noorden van Algerije.

De aankomst in Ghardaïa © Daniel de Le Hoye

Ruilhandel en veilingen op de markt

Ghardaïa is een ommuurde stad die zijn hoogdagen beleefde ten tijde van karavanen die door de Sahara naar het noorden trokken. Deze karavanen, afkomstig uit Mali, Niger en Tsjaad, vervoerden dadels, stoffen en specerijen… De Mozabites, die worden beschouwd als de eerste kooplui in Algerije, bewoonden deze regio waar ze nog steeds verblijven. Het is aan hen te danken dat de marktplaats van Ghardaïa een dergelijke expansie onderging: deze plaats was een locatie van ruilhandel en veilingen met de karavanen die uit het noorden met olijfolie kwamen of die vanuit het zuiden goud of specerijen aanvoerden. Het ontbrak de inwoners aan niets en ze werden geleidelijk rijk dankzij deze enige handelsroute door de Sahara.

Een palmbos waar deze 5 dorpen genesteld liggen. © Daniel de Le Hoye

Aangetrokken door zoveel welvaart kwamen barbaren regelmatig de inwoners van hun voorraden beroven. De regerende sultans probeerden daarom de veiligheid van hun dorpen te vergroten door poorten en omheiningen te bouwen (die vandaag nog steeds perfect bewaard gebleven zijn) en muren gemaakt van leem en klei.

Beni Isguen, een ksar geklasseerd door UNESCO

Daniel de Le HoyeSteegjes van Beni Isguen aande moskee gelegen op een voorgebergte.

De omliggende dorpen, waaronder Beni Isguen (geklasseerd door UNESCO) zijn ook versterkte Ksours. Elk had zijn specialiteit op vlak van landbouw, veeteelt of diverse producties. Van concurrentie was geen sprake: deze dorpen waren inderdaad voorstander van handel en hun ontwikkeling. Deze kleine stadjes barsten van charme en leven. Het is heerlijk om hier rond te slenteren. Maar wees voorzichtig en ga nooit alleen!  Een gids is verplicht om hier binnen te komen. In deze dorpen gespaard van toerisme, houden de inwoners er namelijk niet van om gefotografeerd te worden. De vrouwen zijn bedekt met een wit laken en onthullen slechts één oog. Wees niet verbaasd als ze zich omdraaien als ze je zien!

Isguen, een van de toegangspoorten tot de ksar © Daniel de Le Hoye

Opmerkelijke harmonie

In deze regio is alles gebouwd van leem en klei soms gemengd met palmvezel of dadelkernen. Ik vond hier een echte harmonie in de kleuren. Inderdaad, hoe kan je niet te bezwijken voor deze Saharaanse bouwstijl, die hier perfect bewaard is gebleven, zelfs in de nieuwbouw? En als kers op de taart, is het prachtige palmbos hier ook zichtbaar vanaf elke straathoek.

Watertanks gemonteerd op kleine vrachtwagens bevoorraden hier bepaalde buurten die te ver van het stromend water liggen. Goed om weten: sommige van deze dorpen worden nog steeds bestuurd door een Raad van Notabelen die samenkomt met de burgemeester en de Imam om het algemene beleid van de gemeente te coördineren.

De vestingtoren van Beni Isguen bovenaan het dorp © Daniel de Le Hoye

Ghardaïa en de regio zijn daarom een cruciaal startpunt voor wie de Algerijnse Sahara wil ontdekken, zowel het oosten en Timimoune, als het westen naar Janet of het zuiden naar Tamanrasset is. Ik ging op pad om het eerste Festival du Tourisme Saharien te ontdekken dat veel verrassingen belooft. Tot gauw!

Live van het kleurige Festival Saharien d’Algérie

Ik was verrast tijdens de eerste parade van de stammen van Tamanrasset, Djanet, Tindouf … en van alle belangrijke dorpen van de Algerijnse Sahara, om zoveel verschillende etnische groepen te zien, glinsterende kostuums, muziekinstrumenten met vreemde geluiden, gevarieerde huidskleuren, trotse liedjes, symbolische houdingen … Kortom, een symfonie van de volkeren die in de Sahara wonen en die met geweld en moed het zand hebben weten te trotseren om daar eeuwenlang te verblijven. Dit gaf deze parade weer, die respect en bewondering afdwingt, rekening houdend met de moeilijkheden van het dagelijks leven in dit deel van de wereld.

Dit festival dompelt je in een mum van tijd onder in de diversiteit van Zuid-Algerije en benadrukt deze onvermoede rijkdom die niet kan worden ontdekt door in het noorden te blijven in steden als Algiers, Constantine of Oran.

In Sebseb, een klein dorpje gelegen in een oase op een steenworp afstand van Ghardaïa, werd de volgende dag een Fantasia georganiseerd in de puurste Saharatraditie. Deelnemers uit de vier hoeken van de Sahara paraderen in eerste instantie trots voorbij. Krijgers met het wapen of het zwaard in de hand, op hun paarden of kamelen, gaan de strijd aan in het zand, tegen de achtergrond van majestueuze gouden duinen.

© Daniel de Le Hoye

Aan het einde van elke confrontatie knallen de wapens met veel rumoer in een typische sfeer. Vanop de officiële tribune, of van kleine muren waar de lokale bewoners samenkomen om dit eerste festival te ontdekken, is de verrassing totaal. Ook de Algerijnen zelf ontdekken deze nieuwe versie van dit festival en sommigen zien voor het eerst enkele stammen waarvan ze niet wisten dat ze bestonden.

© Daniel de Le Hoye

Alleen was het jammer dat we geen uitleg kregen over de oorsprong van elke stam en de dansen en liederen die hen begeleiden. Toch is dit festival op zich al de reis naar dit deel van Algerije waard.

Nu gaan we richting het zuiden, waar de stad El Goléa mijn volgende stop zal zijn.