Buiten de drie bekendste Phuket, Koh Samui, en Koh Phi Phi zijn er nog honderden eilanden waar de toeristische voetafdruk een stuk kleiner is en je volop rust en authenticiteit vindt. Een ding is zeker, de Thaise eilanden en stranden zijn van een ongeziene schoonheid. Je zoektocht naar het ultieme paradijs stopt dus hier.
Dit zijn de zeven grote groepen.
In het westen van Thailand, Phuket is het grootste, het bekendste en dus ook het drukste Thaise eiland.
Het ligt in het zuidwesten van Thailand in de fotogenieke Andaman Zee, waar de vele krijtrotsen het landschap bepalen. Vervelen doe je je hier zeker niet. Golven, duiken, paardrijden, surfen, de ontspanningsmogelijkheden zijn ontelbaar. Patong Beach in het westen is het populairste strand. Zowel tijdens de dag als ’s nachts is het feestgedruis er nooit ver weg. De keuze aan shops, bars en restaurants is hier het grootst. In Chalong bay in het oosten vind je dan weer de meeste jachten. Kata en Karon beach zijn iets minder druk, maar als je echte rust zoekt moet je in de kleinere baaien zijn. Zo is er Ya Nui beach dat, doordat het moeilijker te bereiken is, tot de best bewaarde geheime plekjes in Phuket behoort. Het mooiste strand, Nai Harn, ligt helemaal in het zuiden. Een ding is zeker, de keuze is zo groot dat je elke dag kan wisselen, er is voor ieder wat wils.
Koh Phi Phi bestaat uit twee eilanden. Phi Phi Don, het grootste van de twee, dat vroeger een bijzonder relax backpackerseiland was, heeft zijn Boheemse vibe wel behouden, maar het is er erg druk. Restaurants en cafeetjes zijn er in overvloed. Het kloppende hart van het uitgaansleven is in Ton Sai, waar er gefeest wordt tot in de late uurtjes. Lo Dalum Bay is het populairste en dus ook het meest bezochte strand. Maar er zijn ook nog plekjes waar je tot rust kan komen en kan genieten van de wondermooie omgeving, zonder dat je over de koppen loopt. Een stevige wandeling of een boottochtje van 10 minuten brengen je naar het mooiste strand van Phi Phi: Ao Nui, waar je de grootste drukte eventjes kan ontlopen.
Op dit eilandje vlakbij Phi Phi Don, ligt het beroemdste strand van Thailand en waarschijnlijk de hele wereld, Maya Bay. Er werden verschillende scenes van de ‘The Beach’ met Leonardo di Caprio opgenomen. Het is een geweldig mooie baai die door de film zo bekend werd dat het van een verborgen strand een totaal overbevolkte plek werd, de tol van de beroemdheid! Een ding is zeker het is een van de mooiste stranden in de Andaman Zee. Aan de andere kant van het eiland, waar veel minder boten stoppen is er de Phi Leh lagune, een blauwer dan blauw natuurlijk zwembad omringd door torenhoge kliffen.
Twee eilandjes, vlakbij Phuket, waar de rust in schril contrast staat met hun grote drukke broer. De perfecte plek om niets te doen, behalve dan genieten van de paradijselijke omgeving.
Koh Lanta, Koh Mook, Koh Kradan en Koh Ngai
Koh Lanta is vooral een eiland waar koppels en gezinnen naartoe trekken die de drukte op de party eilanden willen ontlopen. De zee is er heerlijk kalm en de stranden meer dan idyllisch. Het is een prachtig, erg laid-back eiland, waar je volledig tot rust kan komen, want jetski’s zijn er verboden en het aantal clubs is er nog beperkt. De meeste stranden zijn dus erg relax, maar als je toch een beetje leven in de brouwerij wil is Klong Dao beach de gedroomde plek. Voor duikers is dit eiland de perfecte hub om Hin Daeng en Hin Muang te ontdekken, twee pinakels, waarvan één de hoogste onderwatermuur is van heel Thailand, volledig begroeid met zachte paarse koralen. In de buurt van deze twee pinakels kan je mantaroggen en walvishaaien spotten. Niet te missen voor wie maar niet genoeg krijgt van de Thaise onderwaterwereld.
Koh Mook is een heerlijke oase van rust, waar geen wagens zijn toegestaan. Een soort kramakkelige motors met zijspan fungeren er als taxi. Je kan er ook heel veel te voet doen. Het lijkt of de tijd hier heeft stilgestaan, dit is het Thailand van ruim 30 jaar geleden. De zeenomaden die er wonen hebben het toerisme volledig omarmd, maar leven vooral van de visvangst. Het is nog allemaal erg authentiek. De Wing, het uiterst oostelijke deel van het eiland waar het strand in een punt in de zee verdwijnt, is de meest idyllische plek. Maar het populairst is Farang beach, waar iedereen tegen zonsondergang gaat aperitieven. De vissersbootjes liggen er te blinken in het goudgele licht. Op de westelijke kust die heel rotsachtig is en waar ruige bergen het landschap bepalen vind je de Emerald Cave, een erg populaire plek bij dagjestoeristen. Je kan er door een tunnel naar een volledig verborgen lagune zwemmen. En wie wil er zich niet even Leonardo DiCaprio voelen.
Koh Kradan heeft de mooiste stranden in de Trang regio. Dorpjes zijn er niet, dus als je gewoon wil chillen en van de complete rust wil genieten is dit de place to be. Het bestaat voor driekwart uit woud. Je kan er makkelijk wandelen naar de verschillende baaitjes. Paradise beach (what’s in a name) is met stip het aantrekkelijkste en meteen ook langste strand. De wondermooie onderwaterwereld krijg je er als bonus bij. Massatoerisme maakt voorlopig geen schijn van kans. Dus wie op zoek is naar rust, zon, zee en strand zit hier op wolkjes.
Er is eigenlijk maar één groot strand, maar het is wel paradijselijk mooi. Verder is dit het perfecte far niente eiland, waar je even helemaal weg van de wereld bent.
Similan eilanden, Mu Koh Surin National Park en Koh Phayam
Similan maakt deel uit van het Similan Marine National Park dat bestaat uit 9 eilanden, waarvan er slechts twee bewoond zijn: Koh Similan en Koh Miang. Het staat in de top tien van beste duikplaatsen ter wereld. De idyllische omgeving en het rijke marineleven, met unieke kleurrijke koraalriffen trekt zoveel toeristen aan dat de eilanden al sinds enkele jaren sluiten tijdens het regenseizoen van mei tot oktober. Vanaf 15 oktober 2018 zal je ook niet meer kunnen overnachten op de eilanden. Dagtochten zijn nog wel mogelijk, maar zullen gelimiteerd worden. Een goeie zaak om de natuur, maar vooral de koraalriffen de mogelijkheid te geven zich te herstellen.
Dit archipel ligt het noordelijkst van alle eilandgroepen in West-Thailand. Het bestaat uit 5 eilandjes, het hoofdeiland is Surin Nua. Net zoals de Similaneilanden staan ze hoog op het verlanglijstje van heel wat duikers en snorkelaars. Maar ook boven de grond kan je er actief zijn want hiken en sportvissen zijn er erg populair. Wie luxe zoekt komt van een kale reis thuis. Het zijn eilanden waar je enkel basisbungalows en tenten kan huren van het Marinepark. Ook hier worden er tijdens het regenseizoen geen toeristen meer toegelaten.
Dit eiland is voor velen nog een verborgen parel, massatoerisme is er nog niet doorgedrongen en er wonen slechts 500 mensen. Het bestaat grotendeels uit jungle waar je vaak apen en neushoornvogels ziet. De sfeer is erg laid-back met coole reggaebarretjes en bamboehutten die volledig opgaan in het groen. Het is nog bijzonder ongerept. Ao Yai (Long beach) en Ao Khao Kwai (Bufallo Bay) zijn de twee grootste baaien. De hele kust bestaat uit exotisch ogende stranden, vaak bezaaid met grote rotspartijen. Bovendien is het eiland omringd door prachtige koraalriffen, dus ook de onderwaterwereld is er uniek.
Koh Lipe, Koh Tarutao, Koh Adang en Koh Rawi
Het is het enige bewoonde eiland in de Andang archipel in het uiterste zuiden van het land, heel dicht tegen Maleisië aan. Het wordt wel eens de Malediven van Thailand genoemd. De parelwitte stranden, de azuurblauwe zee, palmbomen en unieke onderwaterwereld hebben daar veel mee te maken. Het mooiste strand is zonder twijfel Hat Pramong. Koh Lipe behoort tot het Koh Tarutao Marine Park, bezaaid met krijtstenen rotsen. Snorkelen is hier dus echt wel de hoofdattractie, want het eiland is ook nog eens omringd door een prachtig koraalrif.
Twee eilanden die nog onder de toeristische radar zitten, dus ideaal voor rustzoekers. Geen feesten, geen wifi en slechts een paar uur per dag elektriciteit. Een volledige breuk met alle westers comfort. Het nationaal park verhuurt simpele hutten en tenten, er zijn slechts enkele luxueuzere logeeradresjes. Adang is perfect om te hiken, ook snorkelen is hier een belevenis. Dit zijn slechts 2 van de 51 eilanden in de Tarutao archipel. De meeste mensen bezoeken deze twee parels vaak als een dagtripje vanuit Koh Lipe.
Het is het grootste eiland in het Marinepark, ooit nog een gevangenis voor politieke criminelen. Je kan er enkel hutten of tenten huren van het Marine Park zelf. De meeste stranden zijn prachtig en heb je vaak helemaal voor jou alleen. Mountainbiken en hiken in de jungle is erg populair, er is o.a. een leuke trektocht naar de Lu Du waterval. Je kan er ook kajakken in de mangroven, tot aan de krokodilgrot. Snorkelen doe je beter bij Koh Lipe en Koh Adang.
Heerlijke spa’s, ayurveda behandelingen, yoga- en meditatielessen, perfecte massages
Vroeger was dit het hippie eiland bij uitstek. Die laid-back Boheemse sfeer hangt er nog steeds. Het is het eiland met de meeste variatie qua wellness. Heerlijke spa’s, ayurveda behandelingen, yoga- en meditatielessen, perfecte massages je vindt het hier allemaal. De backpackers zijn er nog steeds, maar hebben toch ruimte moeten maken voor het massatoerisme. De meeste van die toeristen zitten op Chaweng en Lamai beach, waar het uitgaansleven heel levendig is. Aan de westkust van het eiland is het een stuk rustiger. In het binnenland vind je enorme kokosplantages, want dat was gedurende lange tijd de belangrijkste bron van inkomen, nu is dat toerisme. Je kijkt er uit op het Nationaal park Ang Thong, een archipel van 42 eilandjes, sommige bestaan gewoon uit enorme krijtrotsen, die vaak tot 400m hoog zijn. Het populairste strand in dit archipel is Koh Mae waar je naar een inlands zoutwaterlagoon kan klimmen, vanwaar je werkelijk een uniek uitzicht hebt.
Het eiland is beroemd om zijn full moon party’s. Een keer per maand is dan ook alles volgeboekt en verblijven veel feestgangers op Koh Samui. Uiteraard is er altijd wel een party crowd aanwezig. Het feestgedruis gaat meestal door in Hat Rin. Er is ook een hele leuke avondmarkt op Koh Phangan, Thong Sala. Als er niet gefeest wordt is het eiland een stuk rustiger. Het bestaat voor een groot deel uit regenwoud, dus er zijn best nog wat serene plekken te vinden en de natuur is prachtig. Zeker even naar het mini eilandje Koh Ma wandelen, dat door een zandstrook verbonden is met Koh Phangan.
Koh Tao is een echt duik-en snorkeleiland, ver weg van het massatoerisme. Het is eerder klein, slechts 21km2, dus je kan alles gewoon te voet doen. De naam Koh Tao betekent schildpaddeneiland omdat het de vorm heeft van een schildpad. Het mooiste strand is Sai Nuan beach, waar het nog vrij rustig is en de kleur van het water elke verbeelding tart. Vervelen hoef je je niet, want je kan er aan Thai boksen en yoga doen, of naar het Mango viewpoint klimmen, waar je in een gezellige bar met een cocktail in je hand van het machtige uitzicht kan genieten. Een tochtje naar Koh Nang Yuan, drie kleine eilandjes die door een zandstrook verbonden zijn, is een must.
Koh Chang, Koh Kood, Koh Mak
Koh Chang is een tropisch paradijs nabij Trat, een beeldschoon bergachtig eiland met veel groen. Je kan er trekkings doen, want het binnenland is niet alleen bijzonder ongerept, je vindt er ook een aantal mooie watervallen en er zitten veel apen en kleurrijke vogels. Plaats genoeg om de drukte te vermijden want het is het tweede grootste eiland van het land. Er zijn leuke vissersdorpjes op palen, de natuur is er oogstrelend en er hangt een bijzonder relax sfeertje. White Sand beach aan de westkant is prachtig en Khlong Prao beach is bijzonder groen en rustig. Maar de kalmste plekken vind je in het zuiden van het eiland. Uitgaan kan ook op Koh Chang, vooral op Lonely Beach, een ietwat tegenstrijdige naam voor het drukste strand van het eiland.
Dit is een van de meest ongerepte eilanden. Visvangst, kokosnoten en rubber zijn de drie belangrijkste pijlers op Koh Kood. De meeste resorts vind je op de westelijke kant. Het staat nog niet op de radar van de doorsnee toerist waardoor het nog bijzonder authentiek is. Er zijn twee mooie watervallen en de rust is er ronduit zalig.
Koh Mak is de grote onbekende, vaak ook verward met Koh Mook dat aan de andere kant van het land ligt in de Trang area. Er hangt een unieke sfeer, de hutjes zijn meestal in handen van lokale families die organische groenten kweken. Authenticiteit staat hier dus voorop. De prachtige stranden zijn zo goed als leeg. Behalve genieten van de natuur en af en toe een prachtige zonsondergang bewonderen is er weinig te doen, maar is dat niet net de definitie van vakantie: lekker luieren met je voeten in het zachte zand, uitkijkend op een azuurblauwe zee.
Het is het eiland met de meeste zonuren van heel Thailand, op een drietal uurtjes van Bangkok.
Het drukste en meest luxueuze strand is Hat Sai Kaew, het mooiste Ao Phai aan de oostkust. In het zuiden is het een stuk goedkoper en vind je dus meer backpackers. Doordat veel Thais en expats uit Bangkok het eiland graag bezoeken, zijn vooral de weekends heel druk. De stranden zijn prachtig en de restaurantjes en bars super gezellig. Er hangt een hele positieve vibe.
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op
Rondreis
Vertrek van
Vertrek op