Momenten met grote en kleine ontdekkingen. Maar wat zeker is: voortaan denk ik twee keer na voor ik het vliegtuig neem voor een verre reis, nu ik zoveel pareltjes ontdekt heb in België!
Voor deze eerste post-lockdown escapade koos ik voor de Lacs de l’Eau d’Heure. Een primeur, een plaats in België die ik nog niet kende.
Drie dagen ontspannen, een kort intermezzo om er volledig tussenuit te zijn. En dat is echt waar we op hoopten na dat ingewikkelde einde van het schooljaar! De site van de Lacs de l’Eau d’Heure is het grootste kunstmatige waterbekken van het land. Zijn totale oppervlakte is duizelingwekkend: 1 800 hectaren, waarvan 600 hectaren wateroppervlak en 1 200 hectaren bossen en weides! Plaats genoeg om avonturen te beleven…
Mijn eerste keuze was een villa in het Golden Lakes Village, gelegen in een uitzonderlijk natuurlijk kader en uniek in zijn soort aan de oevers van het Plate Taille-meer. Volledig uitgerust met een kookhoek, een terras met uitzicht en tuinen heeft het mij meteen verleid. Als u minder dan 3 nachten wil verblijven, weet dan dat er ook het Golden Lakes Hotel is, een viersterrenetablissement met Beste Western Plus-klassificatie. Ik had ook een week kunnen reserveren in het Landal vakantiedorp vlakbij, ook gelegen aan de oevers en met heel wat activiteiten. Maar dat zal voor een volgende keer zijn.
Voordat we ons installeerden in de kamer, die niet voor 14u beschikbaar was, maakten we een kleine omweg en startten we ons weekend in de Aquascope van Virelles. Hoewel er begeleide bezoeken georganiseerd worden in dit natuurreservaat, kozen we ervoor om ons eigen ritme te bepalen en de kinderen de tijd te geven de verschillende diersoorten op de site te verkennen. De didactische bijenkorf, de verschillende observatieposten voor de fauna en flora, en de tuin met wilde planten waren maar enkele van de ontdekkingen. De grote speeltuin had, dat kan u zich wel inbeelden, ook heel wat succes. Ons onderdompelen in de natuur zorgde ervoor dat we opnieuw verbonden raakten met de essentie.
Uitgehongerd kwamen we aan Robin’s Café in het ‘Parc du Crocodile Rouge’. Perfect voor een hapje in alle eenvoud. Zoete en zoute snacks, een Trappist… alles wat lekker is! Met het Plate Taille-meer overal waar je kijkt. Daarna installeerde we ons in de ‘Crocodile Rouge’, de rode krokodil. Gezeten onder een beschermende koepel van gefumeerd glas, beleefden we een uur lang avontuur. De gekke ‘amfibus’, zorgde zoals zijn naam al doet vermoeden voor een reis op het land en op het water. Echt een leuke activiteit.
De volgende dag, na genoten te hebben van het goede weer op het terras van onze kamer, gingen we naar het l’Aquacentre des Lacs de l’Eau d’Heure. Dat hadden we aan de kinderen beloofd. We schuimden de zwembaden af, zowel binnen als buiten, met leuke stroomversnellingen en waterstralen in overvloed. Ik geef toe dat het centre Thalasso mijn aansprak, maar met de kinderen erbij… We gaan verder naar de stuwdam van de Plate Taille .
Het is de grootste van België en de enige die vanbinnen te bezoeken is. Het bezoek, ludiek en leerrijk, is echt gemaakt voor families. Een reuzegrote maquette, een wandeling 40 meter onder de grond door de galerijen van de stuwdam, en daarna het 100 meter hoge uitkijkpunt. Het uitzicht was dan wel verbluffend, ik moet toegeven dat ik wat last had van hoogtevrees, tot groot jolijt van mijn gezin. Voor ‘s avonds had het hotel ons het restaurant Le Rotiss’Heure aangeraden, dat elke weekdag geopend is. Het kindermenu was perfect wat ze nodig hadden. Mijn man en ik kozen eerder voor het gegrilde rundvlees, een keuze waar we geen spijt van kregen. Dit is een gezellige brasserie zoals je ze nog maar weinig vindt en waar je met de glimlach buiten komt.
De volgende dag waren de kinderen bijzonder opgewonden: hun grootouders kwamen ons die dag vergezellen voor een grote fietstocht. Het Bike Park-centrum biedt huurfietsen en zelfs steps aan! Aan routes ontbreekt het niet. Aan u de keuze welke u het meest bevalt. Wij kozen voor de tocht van 35 km die bekend staat als de route die de schoonheid van de Lacs de L’eau d’Heure op zijn best toont. Mijn man liet zich verleiden door het Spin Cablepark om er de kabelwaterskibaan of andere ongewone sporten te proberen, zoals wakeboarden of wakeskaten (afgelieden van het snowboarden en skateboarden). Maar hij gaf al snel forfait: een volgende keer zeker!
We hadden geluk met het weer, maar als er regen gevallen zou zijn, zouden we ons eerder geconcentreerd hebben op het culturele en historische patrimonium van de streek: er zijn zoveel sites te bezoeken in de buurt van de meren!
Wat er ook van zij, de familie-uitstap naar de Lacs de l’Eau d’Heure heeft ons echt goed gedaan: de natuur is overal en dagelijkse ratrace stopt onmiddellijk.
We hadden kunnen kiezen voor de camping Eurpacamp, dat verschillende verblijfsmogelijkheden en een restaurant met panoramisch terras biedt. We hadden ook kunnen gaan voor de Auberge du Sabotier, een oud koetshuis uit de 17de eeuw met een verfijnde keuken, of voor Le Cor de Chasse, een hotel-restaurant in het hartje van Saint-Hubert met ook een mooi menu.
Maar uiteindelijk viel de keuze op de chambre d’hôtes L’Albizia in Libin. Elk koppel heeft er een eigen kamer met privé badkamer. Het ontbijt wordt voorzien en extra maaltijden aan de gastentafel zijn mogelijk. Wat ons overtuigd heeft? Het verwarmd zwembad, de sauna en de jacuzzi, allemaal inbegrepen in de prijs. Op dit “adults only” adresje zouden we ons gegarandeerd kunnen ontspannen na een dag wandelen!
Onze eerste wandeling begon in Tenneville, een van de 10 gemeentes van het Grote Woud van Saint-Hubert. We hadden ons ingeschreven voor een “Bosbad” . Het concept? Een wandeling combineren met sylvotherapie om te genieten van de natuurlijke actieve substanties in de bomen die je helpen om je beter te voelen. Ik heb altijd gehouden van het gevoel van boomschors. Mij moet je dus niet meer overtuigen, we reserveren een gids voor deze ervaring. De anderen waren niet echt bekend met deze naturopatische benadering, maar ze hebben zich laten meevoeren: de stilte horen, op mos zitten, de geur van kreupelhout opsnuiven …
Ik denk dat iedereen ervan heeft genoten. Nadien bedacht ik mij dat dit soort uitstapjes misschien eerder geschikt is onder geliefden. Het is dan in ieder geval gemakkelijker om je af te zonderen in je eigen bubbel en te wandelen zonder te veel te praten en zo alles goed te laten doordringen. Het belangrijkste was om een uitstap te doen met mensen die van wandelen houden, of ze nu graag veel praten of niet. Want, zoals je waarschijnlijk wel al doorhebt, wandelen was de hoofdactiviteit van ons weekend.
Verheugd begonnen we dan ook aan de wandelingChemins de Solitude in Saint-Hubert. 20 km te voet, dat voel je. Maar het doet zo’n deugd! Onze wandeling startten we aan de Fagne de la Doneuse. In het hartje van de valei hebben we het beekje ontdekt dat door de rotsen stroomt en hebben we een pauze ingelast om een hapje te eten, met onze voeten in het koude water. Ik heb echt genoten van deze natuuruitstap in het weelderige Ardeense landschap.
De derde wandeling op ons programma was 12 km lang en startte in Laneuville-au-Bois , vanwaaruit we recht de bossen van Saint-Hubert in liepen. Ik waardeerde enorm de uitkijkposten in het bos: mooie gelegenheden om uit te blazen, te ontspannen en na te denken. Ik had natuurlijk geen verrekijker bij, dus heb ik die van mijn beste vriend – die veel georganiseerd is dan ik – geleend. Het was de moeite: de fauna en flora van het veengebied la Basseilla zijn in alle opzichten opmerkelijk. Toegegeven, soms moet je doorbijten om weer in gang te schieten. Want ook al hadden we echt zin om het bos te ontdekken, niemand van ons groepje is echt sportief. We hebben dan maar wijselijk besloten om de 78 km lange wandeling Tussen Lesse en Lomme naast ons te laten liggen. Die wandeling, waar je drie dagen voor moet tellen, staat bekend om zijn moeilijkheidsgraad. De hoogteverschillen zijn niet mals en ook al zijn de wilde landschappen adembenemend en zijn er om de 25 km uitgeruste bivakzones voorzien, we zouden waarschijnlijk doodgegaan zijn. Van vermoeidheid of van het lachen.
Op het provinciaal domein van Mirwart, gelegen nabij Laneuville-au-Bois, ben ik op slag verliefd geworden. Naast authentieke natuur, vind je er ook meren en rivieren, waardoor de plek extra cachet heeft. Het donkergroene woud en het diepblauwe water. Verspreid over verschillende plekken vind je vooral ook wat historisch erfgoed terug.
De hoogoven uit de 16de eeuw, de ijskelder, de oude bruggen. Het deed mij wat denken aan het prachtige domein Fourneau Saint-Michel, dat trouwens op een steenworp van hier ligt… Het domein van Mirwart is gratis toegankelijk, wat de sfeer zeker niet verpest. De mannen zijn de viskwekerij gaan bezoeken (op reservatie) om meer te weten te komen over het leven van de forel die hier zijn dagen rustig doorbrengt. Wij bleven liever nog eventjes aan het meer zitten en uitrusten
Je kan je voorstellen dat we met al die kilometers op de teller af en toe eens moesten bijtanken. Naast het driegangendiner van l’Albizia hebben we genoten van de keuken van de Chariot à Fondue in Porcheresse. Twee trekpaarden trekken dit grappige restaurant. Het zal je niet verbazen dat dit een eerste keer was voor ons allemaal! 2,5 uur lang trokken we door de velden rond Porcheresse, op het Ardeense platteland, terwijl we genoten van een lekker diner. We hebben allemaal gekozen voor de kaasfondue, maar er worden ook andere Waalse streekgerechten en -producten aangeboden. Echt een leuk en lekker avontuur dat iedereen heeft kunnen bekoren!
Onze meest recente uitstap? Huy en Aywaille. Twee dagen waarop we ons als geliefden konden verliezen in de provincie Luik.
Een ideale bestemming die uitzonderlijk architecturaal erfgoed en ongelooflijke natuurpracht met elkaar verenigt. We hebben van beiden genoten. Ik neem u mee op onze uitstap!
Omdat we twijfelden tussen twee logementen en
we twee nachten verbleven, beslisten we om eens gek te doen en een nacht in elk
van hen te reserveren. De eerste nacht verbleven we in een chambre d’hôtes op
het Château de Bonne Espérance in Huy. Dat doet dromen, niet? 3 charmante
suites zijn beschikbaar op deze historische plek. Het gebouw grenst aan het bos
van Tihange: de ideale gelegenheid voor een mooie wandeling om het continentale
ontbijt te helpen verteren… Tijdens de tweede nacht verbleven we ook in een
chambre d’hôtes. We reserveerden bij La Couette de l’Ours, het dekbed van de beer, in Aywaille. Geef toe:
alleen de naam al maakt u gelukkig!
Ik geef het toe: ik viel als een blok voor
deze 133 m² grote suite vol charme, ingericht met hout en natuurlijke
materialen. We genoten er van een verwarmd zwembad, helemaal voor ons alleen.
Kalm en puur genieten. De prijs was er ook naar, maar het was de moeite waard.
We keren zeker nog eens terug onder het dekbed van de beer, zoveel is zeker.
Nog voor onze eerste hotelnacht leidde onze route ons langs de Maasstad Huy.
Om ons weekend als geliefden perfect van wal
te laten steken, leek een kleine riviercruise ons een leuk idee. We gingen
daarom aan boord van de Bateau Val Mosan, voor een uur genieten van de uitzichten
langsheen het water. De vallei van de Maas op deze manier ontdekken is zowel
ontspannend als leuk. Ik genoot van de afwisseling van natuurlijke en
industriële landschappen: het was voor mij ook de gelegenheid om buitengewone
foto’s te maken. Maar we misten bijna het vertrek van de boot. De
vertreksteiger ligt tegenover de Collegiale kerk, het Fort en het oude centrum
van Huy. We waren wat afgedwaald en vergaten bijna de afvaart van de boot. Maar
vergeet niet om der na de cruise de tijd voor te nemen, het is de moeite.
De volgende dag, na onze overnachting in Huy,
vertrokken we om te ontdekken waar iedereen het over heeft, het Château de Modave, geklasseerd als belangrijk erfgoed van
Wallonië. Het bouwwerk is gevestigd op een rots die 60 meter boven de vallei
van de Houyoux uittorent. Het kasteel, dat in de XVIIe eeuw gerestaureerd werd,
is vandaag één van de meest elegante ontspanningsplekken. Voor mij, die ervan
droomde om een prinses te zijn tijdens dit weekend, was het perfect, met een
wondermooi panorama van de Condroz aan mijn voeten. We slenterden door de vele
kamers van het gebouw en waanden ons kasteelheren. Ik liet mijn man mij een handkus
geven en mij bij de arm nemen. We dansten zelfs al lachend tussen de rozen die
het domein sieren. Het moet gezegd, dit park in Franse stijl en de
uitzonderlijke tuinen zijn een ode aan het romantisme. Echt een mooie
herinnering!
En omdat het vlakbij ligt, en het
kasteelleven ons aansprak, deden we er nog een schepje bovenop door in Amay het
Château de Jehay te gaan bezoeken. Dit juweeltje uit de
Renaissance, herkenbaar aan het dambordpatroon dat zijn muren siert, is ook
geklasseerd als belangrijk erfgoed van Wallonië. Het kasteel wordt op dit
moment gerestaureerd, waardoor we helaas de binnenkant niet konden bezoeken.
Maar daardoor konden we ons wel extra concentreren op de tuinen. Bronzen
sculpturen en waterpartijen maken die tot een charmante plek. Ik die ervan
droom om een moestuin te beginnen, kon de moestuin van het kasteel bijzonder
smaken, met zijn orangerie, de kweek van vergeten groenten en perken met
aromatische planten. Ik heb enkele plantennamen in mijn notaboekje gekribbeld,
je weet nooit!
Na onze tweede overnachting, dit keer in
Aywaille, besloten we om ons te wagen aan een sportievere dag. We verkenden de
ondergrondse wereld van de Grotten van Remouchamps. Ik had al geen grotten meer bezocht sinds
mijn kindertijd en ik zag het idee helemaal zitten om de stalactieten en
stalagmieten opnieuw te bewonderen. We doorkruisten te voet de ondergrondse
gangen om af te dalen tot in het hart van de grot. Ik had spijt dat ik geen
baskets aangetrokken had, ik zou mij meer op mijn gemak gevoeld hebben dan op
mijn ballerina’s. We keerden terug met een bootje via de enige bevaarbare
ondergrondse stroom in België. Ik vond het bijzonder leuk. Mijn man daarentegen
niet echt. Hij heeft wat last van claustrofobie en vond sommige doorgangen te
smal en laag. Maar spijt van ons bezoek hadden we niet: we kregen de befaamde
kathedraal te zien waarvan het plafond 40 meter hoog is, en we kregen de kans
om vleermuizen te spotten.
In de namiddag dompelden we ons onder in de
natuur: we deden een wandeling langs de Ninglinspo. Deze bizarre naam is die van een betoverende stroom. Tegen
alle verwachtingen in, zijn we erin geslaagd het 15 km lange traject te
wandelen. Ik moet toegeven dat het ons wat meer tijd gekost heeft: het parcours
is echt niet makkelijk. Daarnaast hebben we lang staan dagdromen op één van de
kleine houten bruggen langsheen de wandeling, en genoten we van een picknick in
open lucht. De ongerepte natuur is betoverend en de Ninglinspo indrukwekkend.
Natuurlijk glijbanen en watervallen wisselen elkaar af. Als u er niet aan kan
weerstaan, kan u er baden en zelfs een afdaling proberen. Heel wat families
pootjebaden trouwens in het verkwikkende water. Ik liet het aan mij voorbij
gaan: ik ben eerder een koukleum! Als fietsen uw ding is, kan u er ook mooie
momenten beleven. Een fietsparcours van 12 km volgt ook de Ninglinspo.
Wanneer je aan Dinant denkt, zie je de citadel, de Maas, het land van de saxofoon, de Dinantse koek… en zoveel meer. De stad heeft alles om te verleiden: een klein juweel ingeplant tussen steile rotsen en de oevers van de rivier.
Maar Dinant is meer dan dat. Het is ook een plek om culinair te genieten. Laat me u vertellen over de smaakvolle ontdekkingen die ik samen met vrienden deed in de buurt van de stad!
Onze eerste halte was de Escargotière de Warnant, tussen Namen en Dinant. Het is daar,
in de mooie vallei van de Molignée, dat je deze plek terugvindt die gewijd is
aan het kweken van slakken. Ik moet toegeven dat ik niet zo’n grote kwekerij
verwachtte in Wallonië. Maar dat is nu wel anders. De gids leidde ons immers
rond in de serres en het park om een antwoord te geven op alle vragen.
De Escargotière, die bestaat sinds 1986, kweekt escargots van hoge kwaliteit:
smaak, textuur en versheid gegarandeerd. Ik zou liegen als ik u zou vertellen
dat ik er veel van ken: om eerlijk te zijn, had ik zelfs nog nooit escargots
gegeten. Maar ik ben een nieuwsgierige fijnproever en wist de degustatie te
smaken. Verbazingwekkend. Smaakvol. Zacht. Mijn echtgenoot viel bovendien voor
enkele producten van de boerderij. Ik ging dan weer voor een regenererende gel
op basis van slakkenslijm. Magisch, naar het schijnt.
De mosterdmakerij en het mosterdmuseum van Bister, in Achêne, is al even verrassend. Neen, mosterd
vind je niet enkel in Dijon! Het is een product dat we regelmatig eten en het
idee om er meer over te weten te komen, zei ons wel wat. De Moutarde
l’Impériale, ontwikkeld in 1926, heeft sindsdien geen geheimen meer voor ons.
Het bezoek aan het kleine museum (reserveren verplicht) is de moeite waard.
Persoonlijk genoot ik vooral van de
evolutie van de etiketten en de bokalen. Wist u dat de vorm van de bekende
Bister mosterdbokaal, in de vorm van een granaat, geïnspireerd werd door de
‘Mills’ granaat die tijdens de Tweede Wereldoorlog gemaakt werd door de
Engelsen en gebruikt werd door de Amerikanen tijdens de bevrijding? Maar laten
we niet rond de pot draaien…: wat we vooral leuk vonden, was de producten van
Bister proeven. En hoewel we aan het einde van het bezoek gratis een aantal
producten kregen, hield dat ons niet tegen om een voorraad in te slaan in de
boetiek.
We hebben ook enkele flessen
‘Bistérieuse’ meegenomen, een blond speciaalbier dat perfect past bij
aperitiefhapjes en gerechten met mosterd!
En wanneer we het over artisanale
bieren hebben… Zou bezoekje aan de Caracole brouwerij in Falmignoul ook leuk geweest zijn. Het leven van de
gerstmeesters ontdekken en meer te weten komen over het brouwen dat nog op de
traditionele manier gebeurt in koperen kuipen verwarmd door een houtvuur, het
klinkt leuk. Maar kiezen is verliezen en we kozen om een ander brouwsel te
ontdekken bij de wijngaard in de buurt.
Onze uitstap naar het Kasteel van Bioul in de Maasvallei was een heel mooie
ontdekking. Het domein is niets minder dan schitterend: 11 hectaren wijngaarden
en een prestigebouwwerk verscholen in het groen van het park. Eerlijk, ik heb
evenveel plezier beleefd met door de wijngaard te wandelen en de druivensoorten
te ontdekken als aan de wijnmakerij en de kelders bezoeken.
Je wordt echt
ondergedompeld in het hart van het wijn maken dankzij het ‘Made in
Bioul’-parcours dat specifiek aangeboden wordt aan individuele bezoekers. We
wilden allebei zo snel mogelijk deze wijnen van Bioul degusteren. We lieten ons
verleiden door de keuken van de vrouwelijke chef-kok van het Château: zo konden
we de wijn ontdekken met bijpassende streekproducten! Overheerlijk!
Voor wie zich afvraagt of we nog iets
anders gedaan hebben dan eten en drinken tijdens dit smaakvolle weekend, kan ik
zeggen dat we ook de tijd genomen hebben om een lange wandeling gemaakt hebben
in de magnifieke tuinen van het Kasteel van Freÿr, in Hastière, om onze spijsvertering te bevorderen.
Tuinen met driehonderd jaar oude sinaasappelbomen en een labyrint met hagen
waar je met plezier verloren in loopt. En we hebben een wandeling gemaakt in Waulsort. Een wandeling aan de oevers van het water, tussen aangemeerde
boten en een park. Op die manier maakten we plaats voor de volgende maaltijd en
scherpten we onze honger aan!
We hebben ook geslapen in één van de
ongewone en zeer gezellige chalets van AquaLodge. Deze op palen gebouwde chalets beloven een nacht in een ongewoon
kader. En die belofte wordt gehouden! Onze gestolen momenten op ons terras
zullen we niet snel vergeten: het uitzicht was adembenemend en de natuur
omnipresent.
Op de terugweg, omdat we recht hadden
op nog één kleine verwennerij, heb ik zitten mokken tot mijn echtgenoot toegaf
en een kleine omweg maakte via het atelier van ijssalon Les Lutins. Hoe zou je nu niet kunnen stoppen bij de man die in 2016
bekroond werd tot beste ambachtelijke ijsmaker van België? Ik moest zijn
ambachtelijke ijs proeven voor ik terug huiswaarts keerde. Bovendien helpt ijs
bij de spijsvertering, niet? Na zo’n weekend was het bijna een verplichting!,
Nisramont, kent u het? Nog een wonderlijke uitstap die we voor u uit de doeken doen: we brachten er een kleine week door, ver weg van de grote drukte. De koffers moeten nog uitgepakt worden… zo doen we alsof de vakantie er nog niet helemaal op zit.
Het is een dorp in de gemeente La Roche-en-Ardenne in de provincie Luxemburg, met een meer, mooie vergezichten en de Ourthe als decor. Wat ons betreft, is het een bestemming met heel wat mooie herinneringen die we vanaf dag één beleefden!
We verbleven in La
Roche-en-Ardenne en ontdekten er het vakantiedomein Le Floréal
Onze kamer? Een grote studio die rechtstreeks
uitgeeft op het groene park. Geen grote luxe, maar alles wat je nodig hebt. Het
volstaat om het schuifraam te openen om de kinderen de tuin in te laten.
Gelegen op 800 meter van
het centrum van La Roche, biedt dit domein een minigolf, buitenzwembad, een
speeltuin, een tennisveld en bowling. Het is allemaal sympathiek en
gemoedelijk. We hebben alles getest! Bovendien stroomt de Ourthe vlakbij,
achteraan in het park! Gezien de hitte, zochten we er onze toevlucht.
We hadden ook het
vakantiecentrum Vayamundo kunnen kiezen, in
Houffalize. Een resoluut modern complex dat de nieuwste uitrustingen biedt: een
binnen- en buitenspeeltuin (een niet te verwaarlozen voordeel in België!), een
tropisch binnenzwembad met sauna en jacuzzi, een wellnessruimte, animatie… We
kozen echter voor Le Floréal omdat het een meer kasteel-achtige ervaring biedt:
oude stenen, torentjes, bloemen aan de ramen.
Je bent nu eenmaal
romantisch, of je bent het niet.
De Camping Le Val
de l’Aisne in Blier was een andere mogelijkheid. Dit tussen Durbuy en La
Roche gelegen terrein trok onze aandacht omdat het naast de klassieke
overnachtingsmogelijkheden ook grappige en ongewone logeerplekken aanbiedt:
hangtenten, woonwagens en transparante bubbels.
Daar gaan we! We zijn een
week lang veel onderweg geweest. Een breed palet van activiteiten. Maar daar
dienen vakanties voor, niet? Ontdekken, wandelen, bezienswaardigheden
bezoeken… En het is ons gelukt! Als we terug thuis zijn, vraag ik iedereen
altijd om de drie coolste dingen op te sommen die ze hebben gedaan tijdens de
vakantie. Een overzicht van ieders voorkeuren!
De favoriete activiteit van
mijn dochter? De Grotten van Hotton. “Omdat het overal
glinsterde, zoals in het paleis van Frozen. Je moet weten dat de Grotten
geklasseerd zijn als uitzonderlijk natuurlijk erfgoed van Wallonië. Ik snap waarom mijn prinses
hiervoor koos: de gigantische galerijen op 65 meter onder de grond, de grote
hoeveelheid rotsgordijnen, stalactieten in verschillende kleuren met
glinsterende reflecties, en ook het gebulder van de ondergrondse stroom. Alles
is feeëriek. De grot kreeg niet voor niets de bijnaam “de grot van 1001 nacht”
van zijn ontdekkers.
Mijn jongste zoon genoot
dan weer van de namiddag aan het strand van Maboge. Het strand? In de
Ardennen? Zeker weten! Het dorpje Maboge beschikt effectief over een gratis
toegankelijk strand met een zwemzone in de rivier. Mijn dromer herinnert zich
duizend dingen.
Kijken naar de kajaks in de verte. Een ijsje eten met de voeten in het water.
Vragen stellen aan de visser vlak naast het strand. Keien rapen aan de oevers
van de Ourthe. In de zandbak en de speeltuin spelen. Drijven in het water en
naar de hemel turen. Een vol programma.
Mijn oudste herinnert zich vooral zijn
initiatie paddleboard, samen met zijn vader, op het Meer van Nisramont. In La Roche-en-Ardenne
kregen we de kans om deze sport te beoefenen die al een tijdje populair is.
Planken en materiaal worden ter plekke voorzien. Nadat we onze sportieveling
toegejuicht en aangemoedigd hadden, gingen we de stuwdam van Nisramont
ontdekken, waar zwemmen verboden is. 116 meter lang, 16 meter hoog. Indrukwekkend.
Een plek die we u aanraden wanneer u de natuur en activiteiten wil combineren.
Mijn echtgenoot had dan
weer een zwak voor Riveo, interpretatiecentrum
van de rivier, in Hotton. Ik weet dat hij er graag meer tijd had willen
doorbrengen, en dat hij baalde dat hij de expo van het moment niet kon bezoeken
door de coronamaatregelen. Hij genoot ervan de geheimen van de rivier en de
biodiversiteit ervan te ontdekken. Bovendien is het opzet ook origineel. Een
nagebouwde rivierarm, aquaria met zoetwatervissen, thematische tuinen…
Je vervelen is er niet bij.
Hij koos trouwens voor enkele uren extra avontuur door te reserveren voor een
ochtend vissen in zijn eentje, bij CoSMos in Erezée, dat het zalmbestand van de
Maas in stand houdt.
Ik was, zoals altijd, meer fan van de wandelingen. En vooral de wandeling rond het meer van Nisramont. We legden uiteraard niet de volledige 15 kilometer
af, die bekend staan als eerder zwaar. Maar dat is niet belangrijk. We
verkenden de oevers, bewonderden het uitzicht en genoten van de ruimte.
We waanden ons bijna aan de
oevers van de meren in het Hoge Noorden. Magnifiek! Blijkbaar kan je met wat
geluk, wanneer het stil is, de Bevers zien. Ik zou de hele dag kunnen blijven
hangen op dit soort plaatsen. Ik zou er graag gaan zitten met een boek en in
het decor opgaan. Maar dat is buiten mijn vreugdevolle kroost gerekend, die
meer rondhuppelt dan blijft hangen.
Oh ja, voor ik het vergeet!
Ik raad u nog drie zaken aan war we genoten hebben: Le Quai Son, in het hart
van La Roche-en-Ardenne, op de oever tegenover het kasteel. Het eten is er
verrukkelijk en niet te duur. In normale tijden vinden er concerten plaats, en
de muziek maakt het geheel nog gezelliger. Het restaurant La Claire Fontaine,
waar zowel een gastronomische kaart als kleinere maaltijden verkrijgbaar zijn
en waar je eet met zich op een park met bloemen en een meer. En de Command’Rie
in Hotton, waar we halt hielden voor een snack en een drankje, maar waar je ook
de tijd kan nemen voor een echte maaltijd. Ook hier eet je aan de oever van het
water…
Dit keer trokken we op verkenning naar het Land van Herve, in de hoogvlakte nabij Luik. Uiteraard met een brede glimlach op ons gezicht en … met het water in de mond!
Je kan het onmogelijk over Herve hebben zonder te denken aan kaas en Luikse siroop. Dit werd dus een culinaire uitstap in de provincie Luik, met enkele mooie wandelingen als kers op de taart. Ik vertel je er hier alles over!
Ik plan nooit
alles van tevoren, behalve dan onze slaapplaatsen. Er waren drie locaties die
me zeker konden behoren: Hôtel Van Der Valk Hôtel in
Verviers, het maison d’hôtes La Griffe à Foin in Henri-Chapelle en
het maison d’hôtes Au pays des saveurs in Charneux.
Zelf geef ik de voorkeur aan chambres d’hôtes. En die zijn hier geweldig: La
Griffe in Foin is een oude gerenoveerde boerderij die een onnavolgbare charme
uitstraalt. Pays des Saveurs is dan weer een haven van rust in de Ardenne
bleue. Je kan moeilijk iets beter wensen. Toch wou ik dit keer een grand hôtel testen
en dus logeerden we in dit voormalig douanegebouw dat omgevormd werd tot een
zeer luxueus verblijf. Het gebouw uit 1891 is prachtig en je kan er heerlijk
rondkuieren langs het rustige zwembad, de brasserie of het lounge-restaurant. Is
het een verrassing dat mijn wederhelft snel te overtuigen viel?
Om in de goede
sfeer te komen en wat aan te hitte op dat moment te ontsnappen, besloten we
eerst een bezoek te brengen aan Abbaye cistercienne du Val-Dieu in
Aubel. Deze religieuze plaats heeft een lange geschiedenis die zelfs
teruggaat tot de XIIIe eeuw. We raden een geleid bezoek aan dat echt een meerwaarde
biedt. Maar tegelijk heb ik evenveel van het bezoek aan het park genoten: de
mooie bomen bieden een welkome schaduw en benadrukken het historische karakter
van de abdij. Echt prachtig.
Een mooie
afsluiter is de brasserie
aan de ingang van de abdij. Hier worden ter plaatse traditionele Belgische
bieren gebrouwen op de oude manier volgens de recepten van de monniken. Blond,
bruin, triples of grand cru, er is keuze genoeg. Daarom bestelden we speciaal
ieder een ander biertje om de geneugten te delen in de taverne van de abdij.
In Battice
bezochten we een bijzonder atelier : la Fromagerie du Vieux Moulin.
Je moet weten de benaming « fromage de Herve » beschermd is. Dus hier
binnentreden, is zoals een verborgen schatkamer bezoeken. In de Vieux Moulin ontmoetten
we Madeleine Hanssen, de laatste verwerkster van kaas op basis van rauwe melk,
die deze activiteit met een geweldige passie uitvoert. Haar grote uitdaging is
deze traditie en de oorspronkelijke smaken te behouden en toch aan de
hedendaagse hygiënische normen voldoen. Vandaar dat er vandaag nog weinig
kaasmakerijen een bezoek toelaten. Hier worden de bezoekers van de werknemers
gescheiden door een glazen wanden. Het was een zeer interessante visite. Mijn
man stelde tientallen vragen. Ik verkoos gewoon te luisteren en te genieten van
de heerlijke kaasdegustatie van het indrukwekkende zuivelgamma.
Een halte bij de Siroperie d’Aubel is natuurlijk de logische volgende stop. Ik
was hier echt onder de indruk van de knowhow van de familie Nyssen en
het bijwonen van de transformatie van de vruchten in de natuurlijke en smeuïge
siroop, die men hier “het zwarte goud van het Land van Herve” noemt. Dat geeft perfect aan dat dit
product hier met veel liefde en toewijding wordt bereid. Reeds twaalf
generaties wordt deze traditie doorgegeven. Ik kon dan ook niet weerstaan om
enkele confituren en Choc’Aubel te kopen voor het ontbijt thuis. Ik denk nog
steeds terug aan de indrukwekkende koperen ketels waarin de confituren
borrelen. Prachtig!
Wegens tijdsgebrek
zullen we later nog eens terugkomen om de producten te proeven van twee andere
plaatselijke bedrijven die ons werden aangeraden. Dat zijn de Chocolaterie van Didier Smeets,
een jonge en innovatieve ondernemer in de productie van chocolade, die langs
een nieuwe fietsroute in het Land van Herve is gevestigd, en de brouwerij Grain d’Orge, die
gespecialiseerd is in de productie van exclusieve bieren. Naar verluidt zijn
zowel de chocolade als de bieren op elk vlak voortreffelijk. In de gezellige
pub van de brouwerij kan je het bier trouwens proeven en tegelijk een hapje
eten.
En dan was het zoals
steeds tijd om de beentjes te strekken. Zelf ben ik namelijk een verwoed
wandelaar! Mijn keuze viel hier op het parcours Natagora in Aubel dat door de heuvelachtige streek
slingert. Met enkele flesjes water in de rugzak gingen we op pad voor een tocht
van twee uur. Langs het parcours staan tal van didactische panelen die in
detail de fauna en flora van de regio illustreren. In de zomerse hitte
was 7 km wandelen onder een loden hitte toch een zware opdracht. Ik vrees dat
mijn geliefde me nog steeds vervloekt dat we de langste en moeilijkste route
hadden gekozen. Eigenlijk heeft hij een beetje gelijk, maar in deze
natuurpracht was het afzien zeker de moeite waard!
Als er een plek is in België die ik niet kende, dan is het wel de regio Doornik en Picardisch Wallonië. Maar dat is veranderd.
Tijdens
een weekendje met vrienden in het westen van het land, op 10 minuten van de
Franse grens, heb ik de stad en de omgeving van Doornik verkend. De
Onze-Lieve-Vrouwekathedraal met haar vijf torens, het 12de eeuwse
Belfort, de middeleeuwse toren van het Fort Rouge. Natuurlijk ook de Grote
Markt met zijn ruime keuze aan bars en restaurants. En tot slot ook de befaamde
brouwerijen van Henegouwen. De gelegenheid om al die pleziertjes te combineren!
De uitstap was feestelijk en lekker.
De
deal van het weekend? Een sportieve activiteit in de voromiddag en op onderzoek
in de brouwerijen in de namiddag.
Bekijk zeker de gratis te downloaden brochure:
89 brouwerijen om te bezoeken in Wallonië om je route uit te stippelen.
Om 10 uur parkeerden we ons voor het Ecopark
Adventures in Doornik voor een ochtend vol kippenvel en veel gelach. Klaar voor
een paar uurtjes klimmen en acrobatische toeren uithalen. We hadden, zoals dat
tegenwoordig verplicht is, gereserveerd. Er worden negen hoogteparcoursen van
verschillende moeilijkheden aangeboden. Met stoffen handschoenen ter
bescherming rond onze vingers zijn we in de voetsporen van Tarzan getreden op
het deathride parcours. Daarop kom je de twee langste deathride van België
tegen. Ik heb vooral geschreeuwd zoals de man van de jungle. Ik wist op
voorhand dat dat ging gebeuren en had eigenlijk voorzien om op de grond te
blijven en foto’s te trekken. Maar ik had geen keuze. Ik ben hees uit het
parcours gekomen, maar was ook super trots op mezelf.
Dat eerste pintje op het terras van brouwerij
Dubuisson, de oudste en meest authentieke brouwerij van Wallonië, had ik dus
dubbel en dik verdiend. Het principe van onafhankelijke brouwerijen? Volledig
natuurlijke biertjes brouwen, zonder onnatuurlijke toevoegen en waarbij het
volledige productieproces in eigen beheer is. Hun zware bieren zijn echte
degustatiebieren waar je rustig van moet genieten. Dat komt goed uit, want de
omgeving nodigt uit tot ontspannen.
Het terras van Le Trolls & Bush in Pipaix
geeft uit om een meer met mooie fontein die zorgt voor verkoeling en charme. De
brouwerij is erg chic: het interieur, de omgeving, het is een omweg waard. Het
gebouw is een gerenoveerde boerderij, een idyllisch decor dat de proeverij nog
aangenamer maakt. Bush Triple, Bush Caractère, Bush Prestige, Bush de Nuits: de
biertjes hier worden “Bush Beer” genoemd, een Engelse vertaling van Bière
Dubuisson. Onze degustatie werd begeleid door een groot bord met charcuterie en
kaas. Leuk!
Le Trolls & Bush grenst aan het Dubuisson
Beerstorium, een gloednieuwe plek waar je een interactief bezoek kan krijgen
van het kasteel van Ghyssegnies. Daar is in 1769 alles begonnen toen Joseph
Leroy brouwde voor de heer van het domein. Een perfecte gelegenheid om even een
pauze te nemen van de degustatie en de geheimen van Bush Beer te ontrafelen!
250 jaar geschiedenis, daar kan je veel uit leren! Met documenten, unieke
objecten, video’s en virtual reality nemen we een duik in het universum van
brouwerijen. De originaliteit van het bezoek schuilt in de escape game “Cuvée
des Trolls”. Het doel? De raadsels die je overal in het kasteel vindt oplossen.
Eerlijk, we hebben goed gelachen. We waren net op tijd om deel te nemen aan de
gegidste en erg leerrijke rondleiding van de brouwerij die zich net aan de
andere kant van de straat bevindt.
Voor een uniek diner in de regio, na onze ontdekkingstocht door het historisch centrum van Doornik, schoven we aan tafel in restaurent Le Giverny. Ik was onmiddellijk verkocht door de deocratie die je terugbrengt naar een ander tijdperk. Lusters met kwastjes, het lijstwerk tegen het plafond, elegante deuren met glaswerk en verfijnde, volledig witte meubels: heel erg chic! De gerechten leken op schilderijen. En wat een heerlijke smaken. Ik heb gekozen voor de “reuzegamba’s met appelsien, roze gember en steranijs” en voor de “kabeljauw, groentenmikmak, basilicumtempura en kruidencoulis”. Fantastisch. Alleen al dit neerschrijven doet het water weer in de mond stromen. De dag erna trokken we verder.
We zijn naar de stoombrouwerij van Pipaix
geweest. Hun specialiteit? Artisanale en natuurlijke bieren brouwen met
materiaal van vroeger. Ik heb even geglimlacht toen ik de namen van hun
kruidige bieren ontdekte: Vapeur en Folie en Vapeur Cochonne. Ik heb mijn ogen
de kost gegeven met de kleurrijke en fantasierijke etiketten op de flessen. Ik
heb er enkele gekocht en ik overweeg zelfs om ze om te toveren tot
keukendecoratie.
Wat mij ook heeft weten te charmeren aan deze
brouwerij, is de geschiedenis ervan. De geschiedenis van een jong koppel dat in
1984 de brouwerij van Biset kocht en zich zo in een waanzinnig en fantastisch
avontuur stortte. Dankzij hun grenzeloze enthousiasme komt er weer rook uit de
schouw en draait de stoommachine weer. Ze zullen nooit ophouden te strijden
voor het voortbestaan van de stoombrouwerij. Ik heb enorm genoten van het
gegidst bezoek vol emoties.
Er waren nog twee brouwerijen die we moesten
bezoeken: brouwerij Dupont in Tourpes en de Brasserie des Carrières. We hadden
geen tijd om ze allebei te doen, dus hebben we een lotje getrokken. Brouwerij
Dupont werd onze laatste bestemming. Deze oude boerderij was oorspronkelijk
gespecialiseerd in de productie van honingbier en een soort seizoensbier. Het
werd zo genoemd omdat dat soort bier gebrouwen werd in de winter om ervan te
genieten in de velden in de zomer. Een mooie anekdote.
Ik heb enkele Moinette-biertjes gekocht. Daar
zullen we in de tuin, met de voeten in het gras, van genieten. En we komen nog
wel eens terug om de Brasserie des Carrières te testen, want ook dat verdient
een omweg. De brouwerij produceert natuurlijke en artisanale bieren zonder
toevoegingen of kruiden. We zullen dan ook met plezier onze benen onder tafel
schuiven: in hun taverne-restaurant heb je de keuze uit verschillende
streekgerechten die mooi passen bij hun fruitige of amberkleurige bieren…
Voor de overnachting heb ik er goed aan gedaan
een tip te vragen aan mijn nicht die in de regio woont. We verbleven in het
hotel Floréal Le Panoramique. Dat hotel is zijn naam meer dan waard: het
uitzicht is adembenemend! Het ligt op de top van de Mont-Saint-Aubert, op
enkele minuten van Doornik. Het interieur is top, maar check ook zeker de
buitenkant. Het terras van het restaurant biedt je het mooiste uitzicht. Voor
we naar onze kamer – eveneens met een mooi uitzicht – trokken, hebben we
genoten van het terras. Raad eens hoe? Met een laatste Bush natuurlijk!
Op de website visitwallonia.be heb ik de nieuwste publicatie van Wallonie Belgique Tourisme gevonden: de kaart “89 brouwerijen om te bezoeken in Wallonië”. Een goudmijn voor bierliefhebbers. Ik kan je alleen maar aanraden het te downloaden van hun website.
Vaak ontdek ik tijdens mijn escapades plaatsen waarvan ik nog nooit gehoord heb. Dit keer trok ik op ontdekkingstocht naar een plaats waarvan iedereen de naam kent en die een bladzijde in de geschiedenis beslaat: Waterloo.
Natuurlijk had ik de site van Waterloo in het verleden al bezocht. Maar niet
op deze manier. Niet volledig. Voor deze uitstap stelde ik aan mijn vader voor
om met mij mee op stap te gaan. Napoleon is altijd al zijn favoriete
historische personage geweest en het leek mij logisch dat ik hem meenam op
ontdekkingstocht.
Ik reserveerde een grote
kamer voor twee in de landelijke gîte ‘La Bachée‘, vlakbij het slagveld in Plancenoit.
Een oude Brabantse
boerderij uit de XVIIIde eeuw, om ecotoerisme te combineren met een bezoek aan
de hoogtepunten van Waterloo. Ideaal. Witgekalkte muren, een schaduwrijke tuin
en rode geraniums maken het tot een charmante plek waar je je snel thuis voelt.
Ik dacht nog aan het hotel Dolce La Hulpe, een viersterren wellnesshotel in het Zoniënwoud. Ik was er al
geweest met vriendinnen! Maar ik zag mijn vader niet meteen in het gepamperde
universum.
Op naar LaBachée dus.
We startten ons weekend met
een bezoek aan het Wellington-museum. Een totale onderdompeling in het hart
van de strijd. Het hoofdkwartier van Graaf Wellington herbergt een
uitzonderlijke collectie: wapens, kanonnen, capes, gravures… en zoveel andere
historische objecten. De plaats zelf is opwindend, want het is hier, in deze
oude overnachtingsplaats, dat de bevelhebber van de Britse en geallieerde
legers de nacht doorbracht van 17 op 18 juni 1815 en er zijn
overwinningsrapport schreef.
Hoewel het museum perfect
de rol en weerslag van elk van de deelnemende naties nagaat, kreeg ik toch wat
bijkomende uitleg: mijn vader is een onuitputtelijke bron van kennis op dit
vlak.
Vervolgens trokken we naar
het Museum van de Slag van Waterloo 1815, nog één van die onmisbare
bezienswaardigheden op de site van het slagveld. Geanimeerde kaarten, 3D film,
schattenjacht, ensceneringen. Alles om je de geschiedenis te laten herbeleven.
De ervaring speelt in op alle zintuigen en je gaat helemaal op in de decors.
Ik moet bekennen dat ik
mijn vader niet alle tijd gegeven heb. Niet dat we tijd te kort kwamen, maar
hij stopte voor elke vitrine in de 2000m² grote ruimte, vergaapte zich aan elk
uniform… Helemaal opgaand in zijn passie! Ik had eerder zin om de benen te
strekken: hij zorgde ervoor dat ik langer moest wachten om de 226 treden van de Leeuw van Waterloo te beklimmen.
Uitzonderlijke
vergezichten bewonderen in open lucht: dat is helemaal mijn ding! Met zijn 40
meter hoogte biedt de heuvel van de Leeuw van Waterloo een magisch uitzicht.
Een 360° zicht op het volledige slagveld. De leeuw werd opgetrokken in 1826 op
vraag van Willem I, koning der Nederlanden: zo wilde hij de vermoedelijke plek
aanduiden waar zijn oudste zoon gewond raakte op 18 juni 1815. Ik hou van anekdotes.
De bronzen leeuw (gegoten met metaal van Franse kanonnen), staat voor de
overwinning van de monarchieën. Ik voelde me heel klein daarboven. Maar ook
gelukkig om samen met mijn vader zo’n zicht te aanschouwen.
We deden ook nog een
uitstap naar het Panorama van het Memoriaal, een cirkelvormig gebouw met daarin
een doek dat in 1912 gemaakt werd. 110 meter doorsnede en 12 meter hoog. Zoveel
gevechtsscènes dat je uren nodig hebt om ze allemaal te bekijken. Ik hou van
schilderijen, maar ik moet toegeven dat vooral het geluidspel me kippenvel gaf.
Je hoort de vechtgeluiden van overal. Indrukwekkend.
En omdat ik met papa niks mocht
missen, bezochten we ook nog de Ferme d’Hougoumont. Een strategische plek die de
rechterflank van de geallieerden beschermde, en de plaats waar de broer van
Napoleon de moorddadige gevechten ontketende. Wat een afleidingsmanoeuvre moest
worden, gaf aanleiding tot de meest gewelddadige van de veldslagen in Waterloo.
Koude rillingen.
Ik geef toe dat deze
herdenkingsmonumenten een mens bij de keel pakken wanneer je ze probeert te
begrijpen, eerder dan enkel te bekijken. Ze zijn meer dan zomaar musea. Ook de
animaties (dagelijks in de zomer) zorgen ervoor dat alles tot leven komt. Er is
voor iedereen wat. Het is de moeite om het volledige aanbod ui te pluizen.
Bivak, het bedienen van een kanon, soldatenschool, uitstappen met een
paardenkoets…
Nu ik eraan denk: als u,
net zoals ons, geïnteresseerd bent in de volledige herdenkingssite, vergeet dan niet een ticket te nemen
dat de verschillende bezoeken combineert. Zo verschiet je niet al je pijlen in
de strijd.
Vervolgens nam ik mijn
vader mee naar de Ferme de Mont-Saint-Jean. Dit gebouw, dat nog dienst deed als
Engels militair hospitaal, herbergt vandaag een microbrouwerij.
Je kan er het brouwproces
van het Waterloo-bier ontdekken… gevolgd door een degustatie met enkele stukjes
kaas afkomstig van de kaasmakerij Saint-Michel (de beste kaasmakerij van België
in 2016).
Zonder de wespen, die ook
interesse toonden in deze heerlijke producten, zou het bezoek perfect geweest
zijn. Ik kon ook niet weerstaan aan de suikertaart, nog een specialiteit van
Waterloo. Ze was meteen op. Heerlijk! Ik hou van uitstappen die zowel cultureel
zijn als om duimen en vingers bij af te likken.
Mijn liefste vader stelde
een winkeluitstap voor, alvorens terug te keren naar de gîte om uit te rusten.
Maar ik heb het aanbod geweigerd. Hoewel Waterloo een droomlocatie is om te
shoppen, met niet minder dan 700 handelszakenen heel wat mooie boetieks, was het
weer veel te mooi. Ik kom een andere keer wel terug met een vriendin.
We deden nog een kleine omweg
om de Saint-Joseph kerk te bezoeken voor we terugkeerden. Deze oude koninklijke
kapel uit de XVIIde eeuw werd tot kerk omgedoopt in 1823. Zeer mooi!
De volgende ochtend, na het
ontbijt in de tuin, zetten we koers naar de Fondation Folon in het Kasteel van La Hulpe. Ik genoot
ervan om deze Belgische kunstenaar die ik altijd al bewonderde, beter te leren
kennen. Aquarellen, schilderijen, sculpturen. Dat alles met muzikale
begeleiding en kunstige belichting.
Een uitnodiging tot
dromerijen. Papa bracht me aan het lachen: hij was duidelijk minder onder de
indruk dan van het memoriaal en nu stond
hij als eerste aan de uitgang. Een wandeling in het park van het Solvay-Domein is een omweg waard: een gids leidt je rond en laat je de werken
van Folon op een andere manier ontdekken.
Wat een mooi weekend!
Als er één stad is die ik romantisch vind, dan is het Namen. Dat is ongetwijfeld omdat mijn geliefde mij er zijn mooiste liefdesverklaringen deed. De zonsondergang bekijken van op de Citadel, het is zo rustgevend. De stad aan onze voeten, haar reflectie in de Maas, het is zo mooi. Ik glimlach opnieuw nu ik het schrijf.
Maar ik moet eerlijk toegeven: naast de Citadel ken ik er niet echt veel. Het is dus in de hoofdstad van Wallonië dat we beslisten om onze koffers neer te zetten voor onze laatste uitstap van de maand augustus, in de hoop nog wat te kunnen genieten van het seizoenseinde.
In mijn notaboekje had ik
drie mogelijke adressen genoteerd voor de overnachting. De keuze viel op NE5T: een uitstekend hotel met en luxueuze spa. Ik viel voor het
rustieke cachet van deze oude hoeve die omgetoverd werd tot een uitzonderlijk
hotel, even hoog gelegen als de citadel, discreet uit het zicht.
Toegegeven: we hebben onze
spaarpot aangesproken om onszelf te verwennen met een droomnacht in één van hun
suites. Maar we hebben geen spijt. Het was perfect!
Ik deel met u nog de twee
andere adressen die ik voor ogen had: de Villa Balat, die chique chambres d’hôtes aanbiedt in een schitterend gebouw
aan de overs van de Maas, en l’Hôtel Les Tanneurs, een ontegensprekelijk charmant
etablissement.
Om Namen te ontdekken, moet
je je tijd nemen. We hadden dus voorzien om ons weekend te starten aan boord van
een pousse-pousse fietstaxi. Maar helaas, door Covid-19 waren de
bezoeken tijdelijk opgeschort. Vooral de route met de titel ‘De oude wijken in
verhalen’ sprak mij aan. Jammer! De stad ontdekken vanuit zo’n voertuig
bestuurd door een toeristische gids zal voor een andere keer zijn.
We kozen dus voor les Capitaineries, waarmee je de stad benadert vanop het water. We huurden een
kleine boot waarvoor je geen vaarbewijs nodig hebt (70 euro per uur) en we
trokken erop uit, op ontdekkingstocht van de oevers van de Maas. Ik heb mijn
fotoapparaat geen moment aan de kant gelegd.
Tussen de Citadel, de brug
van Jambes, de samenvloeiing van de Samber en de Maas, de prestigieuze huizen,
de boten,… zoveel om je over te verheugen. En ik vond mijn man wel sexy als
kapitein. We hebben echt één van de leukste momenten beleefd tijdens het
weekend! Na een glas in de bar van de
Capitaineries zetten we weg verder.
Voor wie wil genieten van
Namen vanop het water, maar geen zin heeft om zelf te varen, raad ik aan om aan
boord te klimmen van La Namourette, een sympathieke rivierpendel. Met zijn 12 plaatsen brengt deze
boot je van Jambes naar Salzinnes, langs het centrum van Namen, en telt 5
stopplaatsen. Een ludieke manier om je te verplaatsen en om van de ene oever
van Samber en Maas naar de andere te gaan. We hebben er enkele keren gebruik
van gemaakt!
Vervolgens wilde mijn man
de Citadel van Namen bezoeken, maar anders dan van bovenuit. We staan er
soms niet bij stil, maar onder het fort bevindt zich een ongelofelijk
ondergronds netwerk dat net gerenoveerd is! Zijn gaanderijen, waar Napoleon de
bijnaam ‘de termietenheuvel van Europa’ gaf, brengt u tot in het binnenste van
de citadel.
Koude rillingen verzekerd!
Verschillende projecties en
andere geluids- en lichtanimaties zorgen voor een bijzondere atmosfeer. Rood en
blauw om de indrukwekkende muren uit beige steen nog te benadrukken.
Ik geef toe: ik stond niet
meteen te springen voor dit ondergrondse bezoek. En toch was ik gecharmeerd
door deze écht mooie gaanderijen. Ik dacht er lugubere en donkere gangen terug
te vinden, maar dat was niet het geval. Een mooie verrassing dus.
Mijn enige spijt? Niet
vooruitziend geweest zijn. Anderhalf uur onder de grond, dat koelt af… een iets
dikkere pull zou van pas gekomen zijn!
Vervolgens flaneerden we
door de steegjes van Namen, waar we van genoten. Tot rust komen in de
voetgangerszone, langs de kaaien wandelen, enkele architecturale pareltjes
bewonderen onderweg: voor elk wat wils. Het is trouwens in het hart van het
oude Namen dat we het Het museum vonden dat gewijd is aan Félicien Rops, een Belgisch kunstenaar
uit de XIXe eeuw. Ik moet eerlijk zijn: voordat we een voet in het museum gezet
hebben, wist ik absoluut niets van deze schilder en graveur. Maar de thema’s in
zijn werken hebben me aangenaam verrast: de vrouw, de liefde, de begeerte, en
ook de dood staan centraal in zijn werken.
Mijn favoriet? De reeks met
de dames met de marionet. In slechts enkele tekeningen transformeert een vrouw
met een zorgeloos karakter in een moordenares met een mes. Het deed me plezier.
Vertrouw niet op onze mooie ogen, heren!
Als u gepassioneerd bent
door kunst en cultuur, vergeet dan niet een bezoek te brengen aan het Delta, het oude cultuurhuis van Namen. Het gebouw, met zijn
variërende volumes, welvingen en vele ramen, is op zich al een bezoek waard.
6.000 m² gewijd aan expressie en aan de vrijheid, aan spektakel en
tentoonstellingen allerhande. Informeer u, er zijn duizend dingen te zien en te
beleven.
De volgende ochtend stapten
we op de fiets om een een fietsroute te testen die de Route des Citadelles zou kunnen heten. Ze liep langs
Dinant, Namen, Hoei en Luik. De toch die wij maakten is één van de 30 etappes
van een parcours dat niet minder dan 1.152 km telt en de Maas volgt tot buiten
onze landsgrenzen.
De vallei is zo mooi: elke
pedaalslag bracht ons naar nieuwe landelijke vergezichten. De moeilijkheidsgraad
is gemiddeld, maar niets houdt u tegen om af en toe van de fiets te stappen om
op adem te komen. We zijn echt niet heel sportief en de 15 km die we aflegden
via het Ravel-netwerk heeft onze benen niet moe gemaakt. Te proberen dus!
We trakteerden onszelf op
een restaurant tijdens het weekend, en we kozen La Cuisine du Bel Rive. Hun
aanbod? Eten op een drijvende bood in het hart van Namen. Opwindend! Aan de
kaai van de Maas biedt deze oude olieboot lekkere en overvloedige gerechten. Gebakken
rode poon, risotto met asperges en witte wijnsaus voor mij. Orechiette, crème
van geitenkaas en erwtjes voor mijn echtgenoot.
Puur genot! Wat mij
betreft, was dat de eerste keer dat ik at op een restaurantboot, en ik vond het
charmant!
Wat magisch is in Namen, is
het aantal verschillende landschappen die de stad te bieden heeft. En da’s
goed, want je verveelt je er geen seconde. Een caleidoscoop van plezier, echt
waar.