In de lente wordt het hele landschap er opgefleurd door geurige bloesems. Het is een prachtige regio met maar liefst tien kastelen, een belangrijke abdij, kunst in de natuur en glooiende wijngaarden. De ideale plek voor een weekendje onthaasten.
Het voormalige Kruisherenklooster (Klooster van Colen) werd in 1438 gesticht door Maria Van Colen en is sinds 1990 officieel een abdij. Er wonen nog drie Cisterciënzerzusters waarvan één ons naar de 16de eeuwse kapel leidt, die in 1750 afbrandde en terug werd opgebouwd in Luikse barok. Een van de pronkstukken in deze oase van rust is een polychroom Mariabeeld. Ook de barokke muurschilderingen in de sacristie trekken onze aandacht. Maar het meest waardevolle stuk in de abdij is een bidstoel van de 12de eeuw. ‘Het oudste meubelstuk van België,’ zegt de zuster trots. Volgens een legende wordt elke vrouw die er op gaat zitten binnen het jaar zwanger.
Op de binnenplaats van abdij Mariënlof bezoeken we het fruitmuseum. We zien er o.a. de allereerste sorteermachine van Europa en de langst bestaande veilingklok van ons landje. Tot in 2009 kon je hier lekkere fruittaart eten, die de toen al erg bejaarde zuster Odille bakte voor de gasten, maar dat is jammer genoeg verleden tijd.
Gelukkig heeft Roniek Van Bree, die samen met haar man het oude schooltje van de abdij in 2016 tot een gezellige taverne omtoverde, die traditie nieuw leven ingeblazen. Ze gebruikt hetzelfde recept. De eigenares herinnert zich nog goed hoe zuster Odille met de koffiekan rond ging. Ook die traditie bestaat nog, slow koffie dus als kers op de letterlijke taart. Intussen is ‘De Vallei van Colen’ een populaire stop geworden voor wandelaars en bezoekers van de abdij. Van op het terras kijk je er uit op de wijngaarden.
Routekaarten vinden we bij de dienst toerisme. Het meest opvallende kunstwerk is zonder twijfel ‘Reading between the Lines’ van Gijs Van Vaerenbergh, of het ‘Doorkijkkerkje’ zoals het al snel genoemd werd. Wat het zo bijzonder maakt is dat we het landschap blijven zien doorheen de metalen schijven waaruit de kerk is opgebouwd. Het licht zorgt voor een voortdurend wisselende perceptie. The Guardian noemde het het mooiste plekje in België.
Waar het zonlicht ook een belangrijke rol speelt is in #158 van Aeneas Wilder, een cirkelvormige structuur die verwijst naar de rondgang in het Klooster van Colen en zowel van buiten als binnenin wondermooi is. Nog een installatie die het in de ronde vormen zocht is de gigantische, spierwitte ‘Memento’ van Wesley Meuris.
Het PIT project leidt ons nog langs vier andere kunstwerken, waaronder ‘De Tranendreef’ van Dre Wapenaar bij het kasteel van Hex. Een creatie die niet alleen origineel is maar ook praktisch want je kan erin logeren. Het bestaat nl. uit vier boomtenten in de vorm van een traan. Vlak ernaast -en in combinatie te gebruiken- vinden we de installatie van Ardie Van Bommel: ‘Field furniture’ Het zijn een toilet, een barbecue unit, een tafel en zitjes, allemaal gemaakt uit fruitkisten, die hier deel uitmaken van het dagelijkse leven.
Geluidskunstenaar Paul Devens zorgde voor een unieke klankervaring in de Servatiuskerk in Grootloon, het heet ‘Proximity Effect’ en is een spel van geluidsgolven, tonen en echo’s in een heel serene omgeving. En het meest recente kunstwerk heet ‘De Twijfelgrens’ en is van de hand van Fred Eerdekens. Het is een simpele kronkelende lijn in het landschap. Pas als we het vanuit de juiste hoek bekijken, ontdekken we het woord twijfelgrens.
De pionier van het nieuwe wijnverhaal was Jan Bellefroid. Wij gaan op bezoek bij Ludo Derwael, die het domein Cohlenberg in 1982 van schoonvader Jan overnam. Vooral zijn witte wijnen zijn verrassend lekker. Intussen zijn er een tiental wijndomeinen in en rond Borgloon, die volgens Ludo ooit tot de besten van Europa zullen horen. De Belgische wijnen scoren inderdaad steeds beter, vooral de bubbels doen het zeer goed.
Een van de beste witte wijnen van het land wordt gemaakt in Clos d’Opleeuw. In deze volledig ommuurde wijngaard van één hectare wordt een uitstekende chardonnay geproduceerd, die vooral in sterrenzaken wordt geschonken. Een slow white wine, die 18 maanden op houten vaten gerijpt wordt.
‘Strooplekkers’ worden de inwoners van Borgloon genoemd. En daar gaat een hele geschiedenis aan vooraf. Borgloon was immers sinds 1879 de bakermat van de stroop. Logisch, gezien de gigantische hoeveelheid fruitbomen in de regio. In 1960 kregen veel stroopstokerijen het al moeilijk, tot in 1988 de productie volledig stil viel. Maar gelukkig werd de laatste stokerij beschermd en restaureerde de stad het volledige complex. Nu wordt er op ambachtelijke wijze terug Loonse stroop gemaakt.
Ook porselein was ooit heel belangrijk in Borgloon en niks is leuker dan deze twee ambachten op een originele manier te combineren. Om de porselein nijverheid nieuw leven in te blazen heeft Pieter Stockman o.a. een typische herbruikbare strooppot in porselein ontworpen. In de Smaakfabriek staat die te koop, maar wij houden het bij heerlijk vers gebakken stroopwafels.
Zo is er uiteraard een bloesemwandeling, maar ook eentje rond gedichten, waar we onderweg verzen van Herman Rohaert kunnen lezen. En omdat we in Haspengouw zijn, zijn dat vaak gedichten over fruit.
Tijdens de spijkerwandeling volgen we de voetpadspijkers waarop het symbool van de strooplekkers (bijnaam Borgloners) afgebeeld staat. Ze leiden ons langs alle historische hoogtepunten van dit oude gravenstadje.
Greenspots voert ons dan weer langs de mooiste uitkijkpunten in het Haspengouwse landschap. De fotozoektocht, waar je landschappen moet herkennen aan de hand van foto’s, is vooral leuk met kinderen. En dan is er nog het grootste aaneengesloten bos van Haspengouw op de grens van Borgloon en Kortessem, het Bellevuebos, waar we een van de tien kastelen van Borgloon zien met dezelfde naam.