

De Europese Hof van Justitie (EHJ) heeft pas een beslissing genomen die een aantal pechvogels zal geruststellen. Een boarding pass kan voortaan volstaan als bewijs dat een passagier een bevestigde reservering heeft en dus een vergoeding kan eisen bij een aanzienlijke vertraging.
De zaak ging over twee passagiers van wie de vlucht tussen Tenerife en Warschau maar liefst 22 uur vertraging had! 😱 Ze hadden een pakketreis geboekt, maar de luchtvaartmaatschappij weigerde hen te vergoeden. Het argument? Hun reservering zou niet ‘bevestigd’ zijn, omdat de reisorganisatie voor het ticket een voorkeurstarief had betaald.
Volgens het EHJ betekent het feit dat een ticket door een derde partij (de reisorganisator) is betaald, niet dat de passagiers gratis of met korting reizen. Ze hebben een geldige reservatie en dus recht op een compensatie. Extra verduidelijking: het is aan de luchtvaartmaatschappij om te bewijzen dat een passagier gratis of tegen een verlaagd tarief heeft gevlogen, en niet andersom.