

Jawel, na de bittere kou van deze winter ga ik opnieuw op pad! Ga met me mee om mijn ‘Top 5’ van de mooiste wandelingen in Wallonië te ontdekken. Ik koos er één voor elke Waalse provincie. Daarbij probeer ik om af te wisselen, met om de beurt makkelijke wandelingen voor korte beentjes en lange tochten voor beter getrainde kuiten. Aan jou om te beslissen waar je naartoe wil…
We beginnen op het gemak in Gedinne, in het zuiden van de provincie Namen. Deze makkelijke wandeling van 5,5 kilometer legde ik met mijn gezin af in amper twee uur. In het grote bos van Croix-Scaille kan je kiezen uit verschillende routes. De onze startte bij de ‘Tour du Millénaire’, een spectaculaire en 60 meter hoge uitkijktoren in de vorm van een zandloper, van waarop je een 30 km ver zicht rondom krijgt. Daarna wandelden we het bos in, waar tijdens de Tweede Wereldoorlog een heus kamp van verzetsstrijders verborgen was, compleet met barakken en hutten. De ‘Espace Liberté 44’-route neemt ons mee naar deze verborgen plekken. Educatieve panelen vertellen over de oorlogstijd. Om makkelijk de weg te vinden, volg je gewoon de rode rechthoeksymbolen (route nr. 42). Je kan deze wandeling combineren met een andere bewegwijzerde wandeling voor een totale afstand van 12 kilometer.
In Waals-Brabant koos ik voor een langere route, met een wandeling van 9,3 kilometer in Villers-la-Ville. Ik deed er 3 uur en 15 minuten over. De wandeling begint bij de ruïnes van de oude abdij, die gesticht werd in 1146. Vervolgens wandel je het aangrenzende bos in, waar je langsheen het parcours hoge beuken vindt. Nadat je langs een vijver bent gewandeld, trek je naar de vredige dorpjes La Roche en Tangissart. Daarna volg je een kleine stroom, de Ry d’Hez. Het landschap is gevarieerd, met bossen, moeraslanden en natuurlijk ook uitzonderlijke ruïnes. Volg de gele bordjes. Moeilijkheidsgraad: gemiddeld.
Voor een heel andere wandeling neem ik je mee naar Charleroi, waar ik op pad ging om de restanten van de voormalige industriestad te verkennen. Een bijzondere wandeling van 22 kilometer. Die heeft een gemiddelde moeilijkheidsgraad, maar je moet er wel 6 uur voor uittrekken. Je vertrekt van aan het station Charleroi-Sud en sluit aan op het ‘RAVeL’-routenetwerk langs de oevers van de Samber. Je loopt over voormalige mijnterreinen en beklimt vier terrils die onderling met elkaar verbonden zijn via doorgangen en paadjes. Een ongewone en boeiende wandeling! Als je nog wat tijd over hebt, plan dan een bezoek aan het ‘Bois du Cazier’, niet ver daar vandaan. Deze voormalige kolenmijn is een prachtige herdenkingsplek die de omstandigheden en immigratie van arbeiders tijdens het tijdperk van de mijnbouw tastbaar maakt.
In de provincie Luik koos ik dan weer voor een wandeling rond het ‘Château de Raeren’, een pareltje van Middeleeuwse architectuur. We vertrokken aan de Burgstrasse om dit indrukwekkende fort te ontdekken. In het kasteel vind je tegenwoordig een museum dat gewijd is aan lokaal aardewerk. Na deze duik in de geschiedenis volgden we een leuk pad dat langs een beekje loopt en een vredige sfeer biedt. Verderop kom je langs het kleine kasteel ‘Haus Raeren’, om vervolgens een stuk over de ‘Vennbahn’ te wandelen, een voormalige spoorlijn die is omgetoverd tot een groene route die tussen België en Duitsland slingert. Deze wandeling is eerder makkelijk. Ik legde de 8 kilometer af in 2 uur, en genoot van de combinatie van erfgoed, natuur en onverwachte ontdekkingen. En zo heb ik het graag!
We eindigen op grotere hoogte, met een wandeling van 20 kilometer waarbij we een duik nemen in het bos van Saint-Hubert. Trek stevige wandelschoenen aan en reken op 7 uur voor de wandeling, die een gemiddelde moeilijkheidsgraad heeft. Je start in een weelderige vallei met een kabbelend beekje, voor een lange afdaling tussen rotsen om de stilte van het bos te ervaren. De route loopt door het natuurreservaat La Fagne du Rouge Poncé en passeert ook het observatorium van Bilaude, waar je misschien een glimp kan opvangen van de dieren in het bos. Deze wandeling maakt je één met de aarde en de natuur!