Midden in de Karakoum-woestijn, in Turkmeistan, vind je een plek die je zo lijkt mee te nemen naar het vagevuur, waar het zijn bijnaam aan te danken heeft, de ‘Poort naar de hel’! Deze krater met een diameter van 70 meter en een diepte van 30 meter brandt al zonder onderbreking sinds 1971.
De krater ontstond per ongeluk tijdens boorwerken door de Sovjets. De grond stortte in en er kwam zeer brandbaar aardgas vrij. Om een ramp te voorkomen, besloten wetenschappers de boel in brand te steken, ervan uitgaand dat het gas hooguit na een paar weken zou blijven branden… maar de vlammen doofden nooit.
Hoe indrukwekkend deze site ook is, het is ook een groot milieuprobleem. Het continu verbranden van het gas draagt bij aan de uitstoot van broeikasgassen en er gaan stemmen op om het vuur te doven. Maar voor toeristen is het een verplichte passage, vooral ‘s nachts, wanneer het schouwspel echt spectaculair is! Er wordt zelfs gezegd dat het de belangrijkste toeristische attractie van Turkmenistan is.