Vanwege de pandemie van het coronavirus besloten de Noord-Koreaanse autoriteiten hun grenzen in 2020 te sluiten. Aan deze strikte sluiting, tegen een achtergrond van extreme paranoia, kwam enkele weken geleden een einde met een geleidelijke versoepeling van de beperkingen. Russische en Chinese hoogwaardigheidsbekleders konden afgelopen juli het Noord-Koreaanse grondgebied betreden om deel te nemen aan een grote militaire parade in Pyongyang. Zij waren de eerste buitenlandse gasten die het land bezochten sinds drie jaar. Een paar dagen geleden kreeg ook een delegatie Noord-Koreaanse sporters toestemming om naar een taekwondo-wedstrijd in Kazachstan te reizen.
Journalisten van Agence France-Presse die aanwezig waren op de internationale luchthaven van Peking om deze eerste vlucht vanuit Pyongyang te zien, zagen slechts twee Noord-Koreanen vertrekken. Ze waren herkenbaar aan hun badges met de gezichten van de voormalige leiders Kim Il Sung en Kim Jong Il. Een van hen was, volgens een gespecialiseerde analist, niemand minder dan generaal Kim Jin. Chinese media hadden Kim Jin in 2020 voorgesteld als een van de militaire attachés op de Noord-Koreaanse ambassade in Peking. Geen van deze twee personen gaf een verklaring aan de pers.
In de tegenovergestelde richting vertrok een vlucht van Air Koryo (de nationale luchtvaartmaatschappij van Noord-Korea) rond 13.00 uur Chinese tijd vanuit Peking naar Pyongyang, volgens een website die vluchten monitort. Volgens NK News zijn er ook vluchten van en naar Rusland gepland. Zal Noord-Korea, dat een belangrijke toeristische natie wil worden, eindelijk zijn deuren weer openen?