Heeft het toerisme het niveau van voor de pandemie teruggevonden?

Eurostat schrijft in zijn laatste rapport dat het aantal overnachtingen in een toeristisch etablissement in de Europese Unie vorig jaar opliep tot 2,72 miljard. Het verlies ten opzichte van het niveau van voor de pandemie is dus bijna volledig geabsorbeerd en bedraagt nog maar 5,6% (2,88 miljard overnachtingen in 2019).

In België deden we het beter dan ervoor!

In België lag het aantal overnachtingen zelfs iets hoger dan voor de crisis (+0,5%). Belgische en buitenlandse toeristen hebben vorig jaar 42,7 miljoen nachten doorgebracht tegenover 42,5 in 2019. In Denemarken en Nederland waren er ook meer toeristen met stijgingen van respectievelijk 12,3% en 3,9% in 2022 ten opzichte van 2019.

2022, een jaar verdeeld in twee

Op het niveau van de Europese Unie was het voorbije jaar contrastrijk met een daling van 11% van het aantal overnachtingen in het eerste semester ten opzichte van de eerste zes maanden van 2019. De tweede helft van het jaar klom meer naar het niveau van voor de crisis met een daling van 1,9% tussen juli en december.

En in het buitenland?

Het aantal internationale toeristen is vorig jaar verdubbeld en zou in 2023 het niveau van voor de pandemie moeten bereiken, dankzij de opheffing van gezondheidsbeperkingen, voornamelijk in China. Dat meldt de Wereldorganisatie voor  Toerisme (UNWTO).

Volgens het agentschap van de VN in Madrid werden er vorig jaar 900 miljoen aankomsten van internationale toeristen geregistreerd. Dat cijfers is het dubbel van 2021, maar nog steeds veel lager (-63%) dan 2019.

Welke Europese bestemmingen zijn de favorieten?

In 2022 leefde het toerisme weer op. De Europese topbestemmingen hebben hun niveau van voor de crisis hervonden…

Frankrijk en Spanje liggen niet ver van het niveau van voor de crisis. Voor Griekenland en Italië is de heropleving minder opvallend, met respectievelijk een achterstand van 7,5% en 9,5% ten opzichte van 2019. Goed om te weten, het zijn vooral de “minder populaire” bestemmingen, zoals Denemarken, Nederland en België, die het snelst het niveau van voor de crisis bereikt (of zelfs overschreden) hebben.