Guadeloupe? Frankrijk in de tropen

Net zoals Martinique is Guadeloupe een Frans Overzees Departement, Frans is de voertaal, maar er wordt ook Creools gepraat, een taal die net zoals de mensen een mengelmoes is van Afrikaanse en Europese invloeden. Het speelse karakter van het Creools past perfect perfect bij dit kleurrijke eiland, dat door de oorspronkelijke Indianen Karukera werd genoemd, ‘eiland van het mooie water’. Een goed gekozen naam want de Carai?bische zee, met z’n 50 tinten blauw en prachtige koraalriffen is een van de highlights van dit archipel.

Een vlindereiland

Guadeloupe heeft vanuit de lucht veel weg van een vlinder. De twee vleugels Basse- en Grande Terre, worden gescheiden door een smal zeekanaal en zijn verbonden door een brug. Pointe-a?-Pitre, de hoofdstad van Grande Terre, ligt in het midden. De benamingen zijn een beetje verwarrend. Basse Terre is alles behalve plat en Grande Terre is eerder het kleinste van de twee. Samen vormen ze het belangrijkste eiland van de 27 die het archipel telt. Slechts vijf zijn er bewoond, waaronder het wondermooie Marie-Galante. De ideale bestemming dus om aan eilandhoppen te doen.

Basse Terre, groen is de hoofdkleur

Basse Terre is bergachtig en bestaat bijna volledig uit regenwoud. De natuur is er weelderig, met mooie watervallen zoals Les Chutes du Carbet en la Cascade aux Ecrevisses, waar je heerlijk kan baden. De vulkaan La Soufrie?re torent hoog boven al dat tropische groen uit. Haar beklimmen is een geweldige ervaring. Je wordt er beloond met een prachtig uitzicht op het Nationaal Park, waar je niet alleen een veelvoud aan tropische vogels vindt maar ook iguana’s, wasberen en mangoesten. Ook de flora is er spectaculair met reuzevarens en gigantische bladeren van de philodendron die door de locals ‘olifantoren’ worden genoemd.

Nationaal park, zowel boven- als onder water

Om van de ene vleugel in Guadeloupe naar de andere te rijden neem je La Route de la Traverse?e, die eerst door de suikerrietvelden slingert en je tenslotte recht het nationaal park van Basse Terre binnenleidt. Vanaf La Maison du Fore?t vertrekken er zo maar even 300km wandelpaden. Een deel van het Nationaal Park strekt zich uit onder water. Het Cousteau Marine Reservaat werd genoemd naar de Franse oceanograaf en cineast die ervoor gezorgd heeft dat de mooiste duikplekken beschermd werden. Deze 400ha wonderlijke onderwaterwereld is een van de bekendste duikspots in de Carai?ben. Je vindt er prachtige koralen, tropische vissen, reuzeschildpadden en met een beetje geluk ook walvissen. De mooiste stranden hier zijn Grande Anse in Deshaies en La plage de la Perle.

Grande Terre, klein paradijs

Op Grande Terre, het meest toeristische deel van Guadeloupe, is far niente zowat de hoofdactiviteit. Hier kom je om te genieten van de paradijselijke stranden. De meest idyllische vind je in het zuiden tussen Le Gosier en St. Franc?ois, waar de kust beschermd wordt door een koraalrif en het water kalm en glashelder is. Plage de Bois Jolan in St. Anne is ook erg populair door het hagelwitte zand en de vele palmbomen. Net zoals Anse de Souffleur waar je bovendien perfect kan snorkelen. Maar het leukst is om er met een boot of catamaran op uit te trekken, om de vele lagunes en baaien te ontdekken.

Pointe-à-Pitre en het sublieme Memorial Acte

De grootste stad van het eiland is best een bezoekje waard al is het maar om de markten. De meeste verkoopsters zijn er nog volledig traditioneel gekleed. Dit is de? plek voor kruiden, fruit, souvenirs en alles soorten rum. Ook de haven, met de koloniale huizen en de vismarkt, loont de moeite. En als je in bent voor een ti’punch of een koffie zit je goed op Place de la Victoire. Maar de? reden om naar Pointe-a?-Pitre te gaan is het nieuwe slavenmuseum Memorial Acte. Niet alleen de architectuur van dit museum is subliem, ook de hele opzet met muziek, films en getuigenissen grijpt naar de keel.

De Creoolse keuken

Guadeloupe heeft een spicy kantje met kruidige gerechten en overheerlijke rum. Voeg daar nog de opzwepende ritmes van de traditionele Gwo Ka muziek aan toe en de typisch vrolijke Carai?bische sfeer kan niet meer stuk. Net zoals op Martinique zie je overal suikerrietvelden. Een rumstokerij bezoeken is dus een absolute must. De keuken is een mengelmoes van Franse savoir faire, Afrikaanse en Indische invloeden, maar is toch in de eerste plaats typisch Creools, net zoals het eiland zelf.