Toen de zon weer krachtiger begon te schijnen in de lente, wilde ik lekker buiten sporten. Oh, niet in extreme modus, nee. Gewoon een kleine beginnerstrail, die prachtige landschappen en romantische stops combineert. Ik had niet al te veel moeite om mijn partner te overtuigen, die gelukkig ook beseft dat we ondanks ons hectische leven niet genoeg tijd nemen om in beweging te zijn. We besloten om naar de Famenne te gaan. Het enige dat ons nog restte was het kiezen van de route die bij ons paste.
“Pays de Famenne” omvat 6 gemeenten gelegen aan de poort van de Ardennen: Durbuy, Hotton, Marche-en-Famenne, Nassogne, Rochefort en Somme-Leuze. Het gebied herbergt natuurlijke rijkdommen, maar ook enkele beroemde toeristische attracties, zoals de grotten van Han-sur-Lesse of het charmante stadje Durbuy. “Het is ook de trappistenstreek van Rochefort!” zegt mijn man. Ja, ja… Maar eerst de sport en dan de rest.
La Famenne biedt 24 permanent bewegwijzerde paden. Er zijn 4 moeilijkheidsgraden: 5, 10, 20 en 40 kilometer, met een cumulatief hoogteverschil van 100 tot 1.000 meter. Kortom, er is voor iedereen wat wils. Om beter je weg te vinden en een goed idee te krijgen van de moeilijkheidsgraad, zijn de wandelingen gemarkeerd in de kleuren van de skipistes: groen, blauw, rood en zwart. Handig! Een advies: hoewel de route duidelijk is aangegeven, download je best op je smartphone de GPX-versie. Voor het geval dat… En vergeet je wandelschoenen niet, anders verandert het pad al snel in een hel.
We kozen voor een gemiddelde moeilijkheidsgraad met de “Trail bleu de Hotton”, die 14 kilometer lang is met een hoogteverschil van 310 meter. Deze route vertrekt vanuit het sportcomplex van Hotton (een handige plek om je auto te parkeren…) en loopt kriskras door de Ourthevallei. Ze heeft prachtige paden langs de rivier, tussen heuvels en kliffen, richting de dorpen Hampteau en Melines. Een prachtige omgeving, waarin rotsen en water door elkaar vloeien.
Met een vooruitziende blik hadden we een kleine picknick voorzien, die we halverwege opaten, bij de rivier. Het leek alsof we alleen op de wereld waren, met alleen het geluid van het kabbelende water en het getjilp van de vogels. Een herinnering die in ons hoofd gegrift staat. Terug bij het sportcomplex van Hotton reden we nog ongeveer 10 minuten naar ons hotel.
Wij kozen voor een verblijf in het hotel “La Grande Cure”, in de buurt van Marcourt. Een gebouw genesteld in het groen en met alle faciliteiten. Er zijn zelfs oplaadpunten voor elektrische auto’s. Het hotel is ook huisdiervriendelijk. Na een verkwikkende douche was het tijd voor een terrasje. Ik had mijn geliefde zijn lokale bier beloofd, en belofte maakt schuld. Met als extra bonus een uitzicht op de natuur, maar ook op het mooie kapelletje van Saint-Thibaut, dat in de verte lag op een rotpartij.
Na onze 14 kilometer lange wandeltocht gunde ik mezelf en mijn partner een kleine gastronomische avond. Gelukkig staat het restaurant van het hotel bekend om zijn uitzonderlijke keuken van Tim Christensen, de eigenaar van de zaak en tevens de chef-kok. Hij werkt niet “à la carte” maar ontwerpt elke dag een nieuw menu, met keuze uit 2, 4 of 6 gangen. De chef werkt met seizoensgebonden Ardense producten, maar laat zich ook graag inspireren door andere culturen. Ons 4-gangen menu met bijpassende wijnen was een waar genot.
Na een relaxte nacht zetten we op zondagochtend koers naar Durbuy. De kleinste stad ter wereld, die bruist van charme met zijn pittoreske steegjes en erfgoed uit de feodale tijd. We ontdekten de ambachtelijke brouwerij van het Château de Durbuy en de confituurfabriek “Saint Amour”. Genoeg om dit sportieve weekend met een romantisch tintje met een zoete noot af te sluiten.
—
Onze favoriet: het sportieve parcours onderbroken door een romantische picknick langs de rivier.