We gaan terug naar 18 juli 1964. Er breekt brand uit bij het Circus Maximus, een zeer grote hippodroom. Het vuur breidt zich snel uit naar de huizen. De vlammen grijpen om zich heen en het ene na het andere huis wordt verwoest. De in hout gebouwde huizen vatten snel vuur. De bewakers, die als ‘brandweermannen’ moesten optreden, hadden moeite om zich door de kronkelige straten van Rome te manoeuvreren.
Het vuur verspreidt zich snel, aangewakkerd door de wind en de koopwaar in de winkels die het passeert. De brand eiste duizenden levens. Vrouwen, kinderen, mannen, jong en oud, de vlammen maken geen verschil. Gedurende 6 dagen en 7 nachten heeft het vuur 3 wijken met de grond gelijk gemaakt, 7 anderen grotendeels verwoest en slechts 4 wijken intact gelaten. Naast de duizenden doden waren er ook 200.000 daklozen.
Brandstichting?
De ramp leidde al snel tot tal van onderzoeken. En de getuigenissen zijn zorgwekkend: veel getuigen beweren gezien te hebben dat mensen de hulpdiensten verhinderden om de vlammen te doven. Kregen ze orders of waren ze van plan de resterende winkels te plunderen? Een andere getuigenis beweert dat hij keizer Nero ‘De val van Troje’ heeft zien zingen terwijl hij vanuit de beschutting van zijn paleis de verwoestende brand bewonderde.
De overgrote meerderheid van de verslagen uit die tijd schrijft de verantwoordelijkheid toe aan Nero, de keizer die beschreven wordt als weerzinwekkend en tiranniek. Maar vandaag blijft de twijfel bestaan: waarom zou Nero zijn stad in rook hebben willen zien opgaan? Om hem opnieuw op te bouwen? De waarschijnlijkheid daarvan is twijfelachtig: Nero verloor veel in de ramp en al zijn daden werden bijna systematisch verkeerd geïnterpreteerd door een bevolking die hem haatte. Bovendien kwamen onopzettelijke branden in die tijd bijzonder vaak voor en de structuur van de huizen wakkerde de vlammen aan. Veel christenen kregen toen de schuld.
Mis onze exclusieve aanbieding niet: 5 dagen Rome in een 4*-hotel, vanaf 371 euro, inclusief vluchten en transfers!