Sinds de mens voor het eerst naar de hemel keek, droomde hij ervan om tussen de sterren te staan. Deze droom, ooit slechts een mythische legende, staat op het punt werkelijkheid te worden. Apollo 11, de missie die belooft de eerste mensen op de maan te laten landen, staat klaar voor lancering.
Terwijl de seconden wegtikken, is de spanning tastbaar. Astronauten Neil Armstrong, Buzz Aldrin en Michael Collins zitten aan boord, klaar om te vertrekken voor de meest gedurfde reis in de geschiedenis van de mensheid. De motoren starten en ontketenen een ongekende kracht. De raket stijgt langzaam, en vervolgens steeds sneller, op in de blauwe lucht van Florida.
De lanceerbasis, ooit gewoon een stuk grond aan de kust, is het symbool geworden van ruimteverkenning en menselijk vernuft. Elke lancering is een bewijs van de vastberadenheid van de mensheid om de grenzen van de kennis en de ontdekking te verleggen.
Enkele dagen later, wanneer de maanlander zachtjes neerdaalt op het stoffige oppervlak van de maan, spreekt Neil Armstrong woorden uit die nog lang zullen naklinken: “Het is een kleine stap voor de mens, maar een reuzensprong voor de mensheid“. Cape Canaveral en de hele wereld waren getuigen van deze historische prestatie.
16 juli 1969 zal voor altijd herinnerd worden als de dag waarop de mensheid groot durfde te dromen, die droom werkelijkheid maakte en bewees dat niets onmogelijk is.