Op die dag werd Seoul officieel de hoofdstad van het nieuwe koninkrijk, wat het begin markeerde van een tijdperk van welvaart en culturele grootheid die de komende eeuwen zou kenmerken.
Koning Taejo, de stichter van de Joseon-dynastie, koos de locatie voor het Gyeongbokgung-paleis zorgvuldig uit, omdat hij in de door bergen omgeven vallei een plaats zag die geschikt was voor politieke en spirituele stabiliteit. De naam Gyeongbokgung betekent letterlijk “Paleis van Stralend Geluk“, wat de hoop van de koning weerspiegelde op een welvarend en vredig land. De bouw van het paleis werd geleid door de architect Jeong Do-jeon, wiens visie grandeur combineerde met harmonie met de omliggende natuur.
Gyeongbokgung was niet alleen de residentie van de koningen, maar ook het politieke, administratieve en culturele centrum van Korea tijdens de Joseon-dynastie. Het paleis was de locatie voor vele belangrijke ceremonies, waaronder hofbijeenkomsten en koninklijke audiënties. Het ontwerp van het paleis, met zijn uitgestrekte binnenplaatsen en majestueuze zalen, symboliseerde de macht en het gezag van de koning. Het Geunjeongjeon, de troonzaal, vormde het symbolische hart van het paleis, waar de belangrijkste beslissingen over het land werden genomen.
Door de eeuwen heen heeft het Gyeongbokgung-paleis vele uitdagingen doorstaan. In 1592 werd het grotendeels verwoest tijdens de Japanse invasie van Korea. Meer dan 250 jaar lang bleef het paleis in puin liggen, totdat het in de 19e eeuw onder koning Gojong uitgebreid werd gerestaureerd. Deze restauratiewerkzaamheden waren bedoeld om het paleis zijn oorspronkelijke pracht terug te geven en de nationale identiteit van Korea te herbevestigen, dat op zoek was naar stabiliteit.