Als je een vakantiewoning huurt zal men vaak vragen dat je een huurwaarborg betaalt. Maar wat kan je doen als je de waarborg uiteindelijk niet terugkrijgt?
Het gebeurt wel eens dat de verhuurder van een vakantiepand de waarborg die de huurder betaalde niet spontaan terugstort ook al heeft die geen schade berokkend aan het pand. Maar wat kan je doen als je dit als huurder meemaakt?
Het beste is dat je bij het einde van de huur (als je de sleutels teruggeeft) dadelijk vraagt om je waarborg terug te krijgen. Betaalt de verhuurder die op dat moment aan jou terug, dan ben je meteen gerust en moet je later niet meer trachten de waarborg terug te krijgen.
Lukt dat niet en weigert de verhuurder vervolgens zonder reden de waarborg terug te storten, dan kan je in eerste instantie een ingebrekestelling sturen. Vraag daarin dat de verhuurder de waarborg alsnog terugstort.
Helpt de ingebrekestelling niet en wordt de waarborg nog niet terugbetaald, dan zal je naar de rechtbank moeten stappen. Je kan in eerste instantie een verzoeningsprocedure starten bij de vrederechter van de plaats waar het vakantiepand is gelegen. Helpt dat niet of wil je zo’n verzoening niet proberen, dan kan je dadelijk een ‘echte’ procedure voor het vredegerecht starten waarbij je de betaalde waarborg terugvraagt.
Huur je een vakantieverblijf in het buitenland dan gelden er allicht andere regels. De wettelijke bepalingen van het land waar je op vakantie ging zijn dan namelijk van toepassing. Die bepalingen durven wel eens te verschillen van de spelregels die in België gelden.