Vendée Globe: Denis Van Weynbergh staat aan de poort van de Zuidelijke Oceaan

François Piette,
09-12-2024
Twintig dagen racen, een wispelturige wind en zich op Kaap de Goede Hoop. Denis Van Weynbergh en zijn IMOCA maken zich klaar om de Zuidelijke Oceaan te bevaren.
vendée globe
© d'Ieteren

Op 10 november vertrok een vloot van 40 IMOCA-boten voor de Vendée Globe. Bij lichte wind begon de Belgische schipper Denis Van Weynbergh aan zijn avontuur in deze legendarische race. Bij aankomst aan de Golf van Biskaje haalde de wind plotseling snelheden tot 40 knopen! Denis kreeg toen te maken met een paar technische problemen. ‘Ik moest gijpen, maar de reeflijn begaf het en de Lazy dack brak’, legt hij uit. Toen de wind ging liggen, kon hij in de mast klimmen en de schade herstellen.

De afdaling van de Atlantische Oceaan

Gedragen door zijn legendarische goede humeur zette Denis zijn tocht naar het zuiden voort. Na het overschrijden van de Doldrums in relatief kalme omstandigheden, stak hij op 23 november de evenaar over. De weerbarstige wind dwong de vloot vervolgens om de Braziliaanse kust af te gaan en de voordewindse koers te volgen. 

Op weg naar de Zuidelijke Oceaan

Op dit moment wordt er koers gezet naar Kaap de Goede Hoop. Denis zeilt in winden die variëren tussen 8 en 25 knopen, wat hem dwingt om bepaalde manoeuvres te herhalen: oprollen, ontrollen, riffen ophalen en weer loslaten. ‘Dit bereidt me voor op de Zuidelijke Oceaan’, vertelt hij terwijl hij staat te trappelen om de Roaring Forties en de Furious Fifties te bedwingen.

Een woordje uitleg van Denis

‘Een IMOCA-project, dat is een boot, een team, een schipper en partners. D’Ieteren Groep heeft risico’s genomen. Maar lef tonen, maakt deel uit van hun cultuur’, aldus Denis. ‘Aan de start staan van de Vendée Globe is een overwinning op zich. Ik geniet er ook van om op het water te vertoeven. Intussen is de sfeer wel omgeslagen. Het begint grijs te worden en ik heb mijn hardshell opnieuw aangetrokken. We zitten echt in de Zuidelijke Oceaan! Ik blijf dicht bij de schoot zitten, maar ik vind de race nog even grandioos als in het begin.’