En als er geen sticker op de voorruit moet worden geplakt, wordt de automobilist vaak geconfronteerd met tolheffingen op de snelweg.
Als er één land is waar de auto koning is, is het Duitsland. Je vindt er ook het dichtste wegennet. Momenteel betaal je niets als je op Duitse autosnelwegen rijdt, maar weet wel dat sommige stadscentra het milieuvignet verplichten en dat de belangrijkste steden de oudste dieselvoertuigen definitief verboden hebben.
Het Franse autosnelwegennet is voornamelijk op tolheffing gebaseerd. Je kan contant, met een creditcard of met een elektronische tolheffing betalen. Dit laatste maakt het mogelijk om wachtrijen te vermijden door gebruik te maken van een specifieke rijstrook waarop de tolgelden automatisch worden geheven.
Door de voortdurend veranderende tarieven is het vaak voordeliger om via Duitsland naar
Zwitserland en Italië af te zakken. En dan hebben we het nog niet eens over de “gele hesjes” gehad…
Wist je dat de eerste snelweg ter wereld in Italië werd gelegd? De Duitsers waren in 1913 begonnen met de aanleg aan een experimenteel gedeelte ten westen van Berlijn (AVUS), al waren het de Italianen die op 21 september 1924 de eerste snelweg – tussen Milaan en Varese – in gebruik hebben genomen. De Autostrada dei Laghi was geboren.
Zowel in Oostenrijk als in Zwitserland betaal je voor het gebruik van autosnelwegen. Je moet een sticker kopen die je achter je voorruit plakt. Let wel: in Oostenrijk kan je kiezen voor een periode van tien dagen, twee maanden of een jaar, terwijl er in Zwitserland maar één vignet beschikbaar is (voor een heel jaar). Dat Zwitserse vignet kan in België worden gekocht (ook bij Touring) en dit ook online. Wie dat vooraf doet, bespaart mogelijk veel tijd aan de grens.
Op het Iberische schiereiland zijn de meeste snelwegen betalend. Je herkent ze door de aanduiding met de letters AP en betalen kan met creditcard of cash. Alternatieven voor de hoofdwegen zijn de A-wegen. Daar rijd je gratis op, al maak je dan meer kans op files.