Atlantis, dat voor het eerst vermeld werd door de filosoof Plato in zijn dialogen Timaeus en Critias, blijft voor sommigen één van de grootste mysteries uit de geschiedenis. Volgens Plato was Atlantis een majestueus eiland dat beschikte over geavanceerde technologie en een bloeiende cultuur, dat gelegen zou zijn voorbij de ‘Zuilen van Hercules’, wat vandaag de Straat van Gibraltar is.
De Atlantiërs, die omschreven worden als een machtig en technologisch geavanceerd volk, zouden rond 9.000 voor Christus over Atlantis geregeerd hebben. Het eiland zou verdeeld geweest zijn in concentrische kringen van land en water, verbonden door een bevaarbaar kanaal. In het centrum stond een prachtig paleis, omringd door muren bedekt met goud, zilver en andere edelmetalen.
Hoewel het bestaan van Atlantis niet bewezen is, blijft het tot de verbeelding spreken en vormt het de inspiratie voor talloze boeken, films en theorieën. Voor veel historici is Atlantis het best te begrijpen als een allegorisch verhaal verteld door Plato om zijn filosofische ideeën te illustreren.